Religie moppen

Een prediker viel in de oceaan en hij kon niet zwemmen. Toen er een boot voorbij kwam, riep de kapitein: "Heeft u hulp nodig, meneer?" De predikant zei kalm: "Nee, God zal me redden."

Even later kwam er nog een boot voorbij en een visser vroeg: “Hé, heb je hulp nodig?” De prediker antwoordde opnieuw: "Nee, God zal mij redden."

Uiteindelijk verdronk de prediker en ging naar de hemel.

De prediker vroeg God: "Waarom heb je me niet gered?"

God antwoordde: "Dwaas, ik heb je twee boten gestuurd!"

Er waren eens drie mannen die allen beweerden Jezus te zijn. Dat moest natuurlijk bewezen worden...

De eerste ging naar een groot meer en zei:
"Ik ben Jezus en ik kan over water lopen."
En hij liep het meer over en terug. Iedereen was er van overtuigd dat hij Jezus was.

De tweede ging naar een groot feest en zei: "Ik ben Jezus."
Hij nam een kan water en veranderde dat in wijn. Weer was iedereen er van overtuigd dat hij Jezus was.

Toen moest de derde zich bewijzen. Hij ging naar de rosse buurt en klopte aan bij een deur. De deur werd opengedaan door een hoertje dat riep:
"Jezus, ben je er al weer!!!"

Een pastoor wil op vakantie gaan maar wil graag dat het biechten tijdens zijn afwezigheid doorgaat. Daarom vraagt hij aan de koster om, tijdens zijn vakantie, voor hem waar te nemen met biechten. Alvorens de pastoor weggaat zet hij op een papiertje hoeveel onze vaders en weesgegroetjes gebeden moeten worden voor alle zonden.

De dag nadat de pastoor op vakantie is gegaan komt er een jongedame biechten. Ze zegt dat ze een man heeft gepijpt. De koster kijkt op zijn papiertje wat hij van de pastoor gekregen heeft. Echter staat voor deze zonde niets op dit papiertje. De koster opent de deur van de biechtstoel en roept naar een van de misdienaars.
"Wat geeft de pastoor voor pijpen?!"
Waarop hij het volgende antwoord krijgt:
"Meestal een reep chocola!"

De dominee die op een school de Godsdienstlessen voor zijn rekening neemt, is plotseling ziek geworden. Het schoolhoofd heeft besloten om die paar uurtjes in de week zelf maar even te vervangen.
Na een week of drie belt de dominee het schoolhoofd op dat hij vanaf morgen weer in staat is om zelf de lessen te verzorgen. Het schoolhoofd gaat meteen naar het godsdienstlokaal en schrijft daar met grote koeienletters op het bord:
"GOD IS GOED, DE DOMINEE IS BETER!"

In het begin schiep God de aarde en rustte.

Toen schiep God de man en rustte.

Toen schiep God de vrouw.

Sindsdien hebben noch God, noch de man nog rust gekend.

Een beursmakelaar en een predikant stierven en gingen naar de hemel. Bij de parelwitte poorten kregen ze allebei soortgelijke zijden gewaden en een staf. De predikant was hierover verbijsterd en vroeg waarom dit zo was. 

‘Terwijl u preekte, sliepen uw parochieleden. Maar hij vertelde grapjes over de beurs aan zijn klanten. Daarna waren die vrome mensen voortdurend aan het bidden en vasten.'

Een man heeft moeite om een parkeerplaats te vinden. ‘Heer,’ bidt hij. ‘Ik kan dit niet uitstaan. Als je een plaatsje voor mij vrijmaakt, zweer ik dat ik de drank opgeef en elke zondag naar de mis ga.’ 

Plots wijken de wolken uiteen en schijnt de zon op een lege parkeerplaats. 

Zonder aarzeling zegt de man: “Laat maar, ik heb al een plaatsje gevonden!”

Een priester is verdwaald in het bos. Op een gegeven moment komt hij een jager tegen. De priester zegt: "Hallo, mijn zoon, kun je mij misschien de weg wijzen?"
Waarop de jager antwoordt: "Ja, maar ik ben nu aan het jagen. Ga maar eens even mee."
De priester gaat mee met de jager en opeens verschijnt er een hert. De jager richt..... en schiet mis. "Godverdomme," roept de jager, "mis!"
De priester denkt: "Wat zegt hij nou, maar laat ik het nu nog maar door de vingers zien."
Even later komen de jager en de priester een nijlpaard tegen. De jager zegt: "Die kan ik niet missen." Maar nee, hij schiet weer mis en roept uit: "Godverdomme, weer mis!"
Nu grijpt de priester in. Hij zegt: "Als je dat nog één keer zegt, zal God je straffen."
De jager: "Sorry, ik lette niet goed op mijn woorden."
Weer later komen ze een olifant tegen. De jager zegt: "Dat is zo'n groot doelwit, die mis ik nooit." Hij schiet en mist weer. Hij roept: "Godverdomme, weer mis!"
Dan komt er opeens een bliksemschicht uit de hemel die de priester raakt. De jager ziet God in de lucht en God roept: "Godverdomme, weer mis!"

Een opa en een oma gaan elke zondag naar de kerk, maar de opa heeft de slechte gewoonte om telkens weer in slaap te vallen. "Als ik nog een keer in slaap val, moet je bij mij met een pen in de rug steken," zegt opa.
De volgende zondag valt de opa weer in slaap en dan vraagt de pastoor: "Wie is onze goddelijke vader?"
De oma steekt een pen in de rug en opa schreeuwt: "Jezus Cristus!"
Even later valt de opa weer in slaap en dan vraagt de pastoor: "Wie heeft er voor gezorgd dat Jezus onze goddelijke vader is geworden?"
Oma steekt weer de pen in de rug en opa schreeuwt: "God allemachtig!"
Even later valt opa weer in slaap en dan vraagt de pastoor: "Wat zei prinses Lena tegen haar man toen het vierde kind geboren was?"
Oma steekt weer de pen in de rug en dan schreeuwt opa: "Als je nog één keer dat ding in mijn lijf steekt, dan krijg je met mij te maken!"

Honderd nonnen hadden zich verzameld in de grote hal van het klooster. Moeder Overste sprak hen toe: "Er is een condoom gevonden ..."
99 nonnen: "Oooooooooh"
1 non: "Hihihihihi"
"... en er zat sperma in."
99 nonnen: "Oooooooooh"
1 non: "Hihihihihi"
"Bij nader onderzoek bleek er een gaatje in te zitten."
99 nonnen: "Hihihihihi"
1 non: "Oooooooooh"