De leraar geeft les in vreemde woorden.
Leraar:' Een anonymus is dus iemand die onbekend wil blijven.'
Er wordt gegniffeld in de klas.
'Hé! Wie lacht daar?' vraagt de leraar.
Een stem uit de klas: ' Een anonymus, meneer.'
De meester vraagt alle kinderen in de klas om een opstel te schrijven met als titel: Als ik een miljonair was.
Jantje zit met gekruiste armen voor zijn schrift te staren.
'Waarom schrijf je niet?' vraagt de meester.
Waarop Jantje zegt: 'Ik wacht op mijn secretaresse!'
Zegt de meestertegen de klas: Wie zichzelf dom vindt, moet gaan staan.'
De hele klas blijft zitten behalve Wout.
'Dus jijvindt jezelf dom?'
'Nee, meester, maar ik vind het sneu dat u als enige staat!'
De fotograaf is op school geweest. De onderwijzer spoort de kinderen aan om een klassenfoto te kopen. Hij egt:' Het is toch leuk als je na een jaar of dertig die foto nog eens kunt opdiepen. Dan denk hje bijvoorbeeld: 'Ach ja, dat is Tinneke. Die heb ik nog kortgeleden gezien met haar kinderen. En dat is Steven, hij is dokter geworden.'
Een stemmetje klinkt: En dat is de meester, die is al gestorven ...'
Jantje vertelt in de klas dat er vannacht een flurk bij hem thuis op het dak zat.
'Wat is een flurk?' vraagt de juf.
'Een flurk? Weet ik veel. Ik ga echt niet midden in de nacht op het dak kruipen om te kijken wat een flurk is!'
