Moeder zegt: "Jantje, je peutert toch niet met je wijsvinger in je neus?"
Waarop Jantje antwoordt: "Welke vinger moet ik dan gebruiken, mama?"
Moeder zegt: "Jantje, je peutert toch niet met je wijsvinger in je neus?"
Waarop Jantje antwoordt: "Welke vinger moet ik dan gebruiken, mama?"
“Een man hoort op straat toevallig hoe een stotteraar een jongetje de weg vraagt. “K ku ku kun j j jij m m me de w w we weg n n naar h het sta sta stat station ve vertellen?”. Het jochie kijkt met grote ogen en rent dan weg. De man op zijn beurt wijst de stotteraar de weg. Even later ziet hij het knulletje bij een speelgoedwinkel staan. “Dat was helemaal niet netjes van je om weg te lopen. Je kunt zo’n man best gewoon de weg wijzen”, zegt hij tegen de knaap. “J J ja”, stamelt de kleine, “en d d da dan een k k knal v voor mijn k k kop k kr krijgen om omdat i ik h hem n n na nadoe z zeker!”
Jantje vraagt voor zijn verjaardag een papegaai en komt met zijn vader in de dierenwinkel.
Jantje vraagt aan de verkoper 'Kan deze papegaai praten?'
De verkoper antwoordt; 'Inderdaad jongen Als je aan zijn kinkerpootje trekt zegt hij "goedemorgen". En als je aan zijn rechterpootje trekt dan zegt hij "goedenavnd"!'
Jantje vraagt aan de verkoper wat de papegaai zegt als je tegelijkertijd aan zijn linker- en rechterpootje trekt.
Waarop de verkoper zegt: 'Dan zegt de papegaai; 'Dan va ik om domkop'!'
Twee jongetjes waren bekende onruststokers, ze stalen alles wat ze te pakken konden krijgen, zelfs van de kerk.
Op een dag hield een priester een van de jongens aan en vroeg: "Waar is God?"
De jongen haalde zijn schouders op en de priester herhaalde: "Waar is God?"
De jongen rende huilend de kathedraal uit naar zijn huis, waar hij zich verstopte in een kast.
Uiteindelijk vond zijn broer hem en vroeg: "Wat is er mis?"
De huilende jongen antwoordde: "We zitten nu in de problemen! God is verdwenen en ze denken dat wij hem hebben meegenomen!"