Anneke vraagt aan Thomas: 'Thomas, kun je van 0 tot 10 tellen, maar dan achteruit?'
Thomas zegt: ' Oké, 10 9 7 6 5 4 3 2 1 0.'
Dan zegt anneke: 'Je bent de acht vergeten.'
'Nee Anneke, want jij zei 'acht eruit'!'
Anneke vraagt aan Thomas: 'Thomas, kun je van 0 tot 10 tellen, maar dan achteruit?'
Thomas zegt: ' Oké, 10 9 7 6 5 4 3 2 1 0.'
Dan zegt anneke: 'Je bent de acht vergeten.'
'Nee Anneke, want jij zei 'acht eruit'!'
Mevrouw tegen haar dienstmeisje: 'Moet je nu eens kijken op deze kast! Er ligt stof op van al zeker zes weken!'
Dienstmeisje: 'Dat is niet mijn schuld, mevrouw, ik ben hier pas drie weken.'
Meester: 'Als ik je twee katten geef, en nog eens twee en nog eens twee, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zeven meester.'
Meester: 'Nee, luister goed ... als ik je twee katten geef en nog eens twee katten en nog eens twee katten geef, hoeveel heb je er dan.'
Jantje: 'Zeven, meester.'
Meester: 'Wachte, ik neem een ander voorbeeld. Als ik je twee appels geef en nog eens twee en nog eens twee appels, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zes.'
Meester: 'Goed, dus, als ik je twee katten geef, en nog eens twee katten en nog eens twee katten, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zeven, meester.'
De meester, nu echt ongeduldig: 'Waar haal je verdorie die zeven dan vandaan?'
Jantje, nu ook ongeduldig: 'Omdat ik al een kat heb!!'
Drie Chinezen zijn voor het eerst in Nederland. De eerste Chinees kan alleen nog maar het woordje 'ja' zeggen. De tweede Chinees kent al een zinnetje:'Met mes en vork.' De derde Chinees kent al een heel liedje: Olé, olé olé olé, we are the champions, we are the champions!' Op een dag lopen ze samen door het bos. Opeens zien ze een dode vrouw liggen. Toevallig komt er net een politieagent aangelopen. Politieagent:'Hebben jullie dat gedaan?' Eerste Chinees, die er niets van snapt:'Ja!' Politieagent weer:'Waarmee dan?'Tweede Chinees, die ook er niets van snapt:'Met mes en vork!' Politieagent:'Goed, jullie gaan mee naar de gevangenis.' Derde Chinees:'Olé, olé olé olé!'