opa

Opa zegt: 'Hoe kan je nu vier euro kwijt raken op één dag?'

'Wel,' zegt Jantje, 'steeds als ik naar de winkel ga, raak ik mijn geld bij de kassa kwijt!'

Jantje laat zijn rapport aan opa zien.

Zegt opa: 'Wat een slechte cijfers! En de vorige keer was je rapport zo goed!'

Jantje: 'Het is de schuld van de meester. Hij heeft Joren die naast me zat een andere plaats gegeven!'

Opa bekijkt het rapport van Jantje.

"Ik mis een 10." zegt opa.

"Een 10? Waarvoor?" vraagt Jantje.

"Voor de moed om me zo'n rapport te durven laten zien!"

Opa gaat paardrijden en krijgt voor de eerste keer les.

De leraar zegt: 'Ga maar op het paard zitten.'

Opa gaat omgekeerd op het paard zitten.

'U zit er verkeerd op meneer.'

Zegt opa: 'Ik bepaal toch zelf welke kant ik op ga!'

Mieke krijgt les van haar opa in het verbuigen van werkwoorden.

Opa: 'Mieke, als jij een liedje zingt dan zeg je ...?'

Mieke: 'Ik zing.'

Opa: 'Goed zo. En wat zeg je als mama zingt?'

Mieke: 'Zij zingt.'

Opa: 'Weer goed. En wat zeg je als oma zingt?'

Mieke: 'Stop!'

Grootvader en Piet lopen langs de zee. Opeens ziet Piet een boot en vraagt: "Opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een boot."

Piet: "En hoe schijf je dat opa?"

"Dat schrijf je b-o-o-t."

Even later vraagt Piet: "Opa, opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een zeilboot."

Piet: "En hoe schijf je dat opa?"

"Dat schrijf je z-e-i-l-b-o-o-t."

Even later vraagt Piet: "Opa, opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een hovercraft."

Dus vraagt Piet weer: "En hoe schijf je dat opa?"

"Ehh... Oh nee, het is toch maar gewoon een boot."

Jantje krijgt een koekje van opa. Hij gaat er mee voor de spiegel staan.
Opa: ' Waarom ga je voor de spiegel staan met je koekje in je hand?'
Jantje: ' Omdat het dan lijkt dat ik twee koekjes heb!'

Opa vindt dat Jantje niet genoeg moeite doet voor zijn huiswerk.

'Weet je wat de president van Amerika op jouw leeftijd deed?' vraagt hij.

'Nee,' zegt Jantje. 'Maar op jouw leeftijd was hij president van de Verenigde Staten.'