Kinderen zijn als scheten.
Die van jou zijn nog net te verdragen, maar die van alle anderen zijn verschrikkelijk.
Kinderen zijn als scheten.
Die van jou zijn nog net te verdragen, maar die van alle anderen zijn verschrikkelijk.
'Welke vier woorden gebruiken leerlingen het meest?' vraagt de juf tijdens de taalles.
'Ik weet het niet', antwoorden een paar kinderen tegelijk.
'Inderdaad, goed geantwoord', zegt de juf.
Kees vraagt tijdens een treinreis: 'Papa, hoe heet het station waar de trein voor het laatst is gestopt?'
'Dat weet ik niet Kees. Stoor me niet als ik aan het lezen ben! Waar is Henk eigenlijk?'
'Die is op het laatste station uitgestapt en nu weten we niet meer hoe dat heet!'
Er zit een muis in de bioscoop en plotseling gaat er een olifant op de stoel voor hem zitten. Na de pauze gaat de muis voor de olifant zitten en roept naar achteren: 'Zo, nou weet je ook eens hoe het voelt als er iemand voor je gaat zitten!'
Het sneeuwt in het park en na school gaan alle kinderen op het heuveltje in het park sleeën. Als Jantje wil gaan sleeën, vraagt Keesje: 'Mag ik meedoen?' Zegt Jantje: 'Ja is goed! Doen we om de beurt, jij neemt hem mee naar boven en ik naar beneden.'
Er waren een keer 2 koeien in de wei. Zegt de ene tegen de andere: "Boe!"
Zegt die andere: "Ge neemt mij de woorden uit de mond."