De leraar geeft les in vreemde woorden.
Leraar:' Een anonymus is dus iemand die onbekend wil blijven.'
Er wordt gegniffeld in de klas.
'Hé! Wie lacht daar?' vraagt de leraar.
Een stem uit de klas: ' Een anonymus, meneer.'
Jantjre leert op school de verleden tijd.
De juf vraagt:' Wat is de verleden tijd van de zin: Ik eet een kommetje komkommersla?'
Waarop Jantje antwoordt; 'Ik at een kwammetje kwamkwammersloeg!'
'Wat is een synoniem?' vraagt de juf in de les Nederlands.
Een leerling: ' Dat is een woord dat je gebruikt als je niet weet hoe je het andere woord moet spellen.'
