god

Veel mensen denken dat de hemel ergens hoog in de lucht zit, en de hel ver onder de grond.
Dat is niet het geval. In feite liggen ze naast elkaar, met een groot hek ertussen.

Op een goede dag maakte God een inspectieronde naar de toestand van het hek. Tot zijn grote schrik zag hij dat het hek er allerbelabberdst bijstond. Onmiddellijk riep Hij de duivel ter verantwoording.

"Zeg duivel, dit kan natuurlijk niet! Op deze manier ontsnappen er dadelijk nog mensen uit de hel weg en dat is niet de bedoeling! Het is jouw hek dus laat onmiddellijk dat hek repareren!"

Daar had de duivel geen trek in. "Beste God, dat hek staat op uw terrein en daarom bent U verantwoordelijk voor het onderhoud!"

Ze kwamen er niet uit... God werd het zat en sprak: "ik sleep je voor de rechter en haal de beste advocaat erbij. Dat varkentje zal snel gewassen zijn!"

Waarop de duivel sprak: "en waar denk je dat alle overleden advocaten te vinden zijn???"

God heeft ondertussen Adam en Eva geschapen en zegt tegen Adam het volgende:
"Adam, gij moet eva bevruchtigen."

Adam: "Wa is da?"
God legt da uit en Adam snapt het.
God: "Dan gaat ge over het dal en neemt de grootste grot en ge gaat daar door."
Adam: "Wa is een grot en een dal?"
God: "Zeg manneke."
Alle God legt het uit en Adam snapt het.
God: "Dan aan de tweede boom naar rechts..."
Adam: "Wa is nen boom?"
God legt het weer uit en hun gesprek gaat verder.
God: "Aan de eerste rivier onder den appelenboom zou Eva moeten zijn."
Adam: "Ten eerste is die daar wel en wa is ne rivier?"
God: "Miljaar, ge speelt me men voeten he."
God legt het allemaal weer uit en Adam vertrekt.
Nogal rap komt Adam terug.
God: "Amai, ne snelle wip!"
Adam: "Neenee, maar een vraag, wat is migraine?!?"

Een blondje wou gaan vissen op het ijs. Ze had vele boeken over het onderwerp gelezen en schafte zich de nodige zaken aan en ze ging naar het ijs.
Nadat ze haar comfortabele stoeltje op het ijs zette, maakte ze een ronde opening in het ijs.
Opeens donderde een stem van uit de hemel: "ER IS GEEN VIS ONDER HET IJS!"
Geschrokken verplaatste het blondje zich naar een andere plaats op het ijs, goot haar thermos cappuccino uit en maakte een nieuw gat in het ijs.
Opnieuw kwam er een donderende stem uit de hemel: "ER IS GEEN VIS ONDER HET IJS!"
Het blondje, zeer bezorgd, verplaatste zich naar de andere kant van het ijs. Ze zette haar stoeltje en wil opnieuw een gat in het ijs maken.
Opnieuw hoorde ze de stem: "ER IS GEEN VIS ONDER HET IJS!"
Ze stopt, kijkt naar de hemel en roept: "BENT U DAT GOD?"
De stem antwoordde: "NEEN, IK BEN DE BAAS VAN DE IJSHOCKEY PISTE!"

Drie mannen lopen door een gevaarlijk oerwoud. Op een bepaald moment moeten ze een rivier oversteken, maar niet zomaar een rivier!Een gevaarlijke rivier, met gevaarlijke vissen.
God geeft ze elk een wens.

De eerste wenst genoeg fysieke kracht en God geeft hem sterke armen. Hij zwemt, maar geraakt er net niet en wordt verslonden.

De tweede wenst transport en God geeft hem een roeiboot. Hij roeit over maar haalt het net niet. Ook hij wordt verslonden.

De derde vraagt intelligentie en God verandert hem in een vrouw. Hij (of beter gezegd zij) stapt 40 passen stroomafwaarts en steekt de brug over.

Adolf (jaja den echte) komt aankloppen bij de poort van Sint Pieter.

"Dag zenne," zegt den hemelpoortbewaker: "Wat is uwe naam?" Waarop Adlof onmiddellijk zijn hielen tegen elkaar klopt en met uitgestreken hand roep: "Hilter men beste, Adlof Hilter."

Sint Pieter opent zijn groot boek der toegelatenen en ziet op de eerste pagina Dolfke zijne naam staan, met daaronder de reden van weigering.

"Och mijn joenge", zegt de heilige man, "gij moogt er niet in."
" Weet ge dat door uw gedoe op aarde wij hier vandaag overvol zitten."

"Doeme," zegt den Dolf en terwijl hij door zijn snor wrijft gooit hij zijn bles achterover en zegt tegen den buitenwipper: "Luiter eens goe. Ik heb in den grote oorlog veel kruizen (lees -> hakenkruizen) weggeven maar heb er nog enkele overgehouden. Zeg tegen uwe baas dat als ik binnenmag hij er ook zo een krijgt."

Tja, denk den Piet, dat moet ik aan Jezus gaan vragen en laat Adolf in de wachtkamer plaatsnemen .

Na een tijdje tussen de wolken te hebben gezworven komt Sint Pieter Jezus tegen.

"Zeg patron," zegt Pieter, "moet ge eens luisteren. Staat Adolf hier aan te kloppen, hij zou in principe niet binnenmogen maar als ge een oogske dichttoe krijgt ge van hem zo'n kruis zoals in de oorlog."

Verdoeme, denk Jezus, dat zou een schoon stuk zijn om mijn verzameling mee aan te vullen. Maar onze pa die'n is hier nog altijd den baas.

Dus Jezus naar God de Vader en tja dien mens die ziet en hoort alles, dus als Jezus de wolk van zijn werkkamer optrekt zegt Pa tegen zijne Zoon: "'k Weet het manneke, Adlof staat aan de poort, hij zou wel binnen willen maar mag eigelijk er niet in."

"Jaja," zegt Jezus met in zijn achterhoofd dat ijzeren kruis.

"En als hij binnen mag " -onderbreekt de Almachtige zijn zoons droom- "dan krijgt ge van hem zo'n ijzeren kruis."

Waarop Jezus met water in de mond: "Jaja Pa"

En God de Vader weer: "Wel deju, 2000 jaar geleden heb ik U een houten kruis gegeven, daar zijt ge drie keer mee op uwen bek gegaan, wa wilt ge nu dan met een ijzeren bewijzen?"

Mens biddend tot god: "God, mag ik u iets vragen?"
God antwoordt: "Ja."
"Wat is 1 jaar voor u?"
"1 jaar is voor mij slechts als een seconde."
"En hoeveel is 1 miljoen euro voor u?!?"
"1 Miljoen euro is voor mij als een centje."
"Mag ik dan een centje!?"
"Ok, een secondje geduld..."

Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: Weet je nog: Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman. Zegt die metselaar: Nou en, de piramiden stonden er toen al eeuwen en die zijn toch echt gemetseld. Zegt die elektricien:Jullie moeten niet zo ruzi?n want wij hebben toch het oudste beroep. Op de eerste dag zei God: 'Er was licht!' En toen hadden wij de leidingen al liggen. 

'Ik ben Napoleon!' roept een patiënt in de psychiatrische inrichting. Een verpleger vraagt hem: 'Hoe ben je dat te weten gekomen?' Patiënt: 'God zelf heeft het mij verteld.'Waarop een andere patiënt roept: 'IK? Ik heb jou helemaal niks verteld!'

Een jager loopt door het bos. Hij ziet een konijntje lopen en hij schiet: pang! En hij mist. 'Godverdomme,' roept de jager: 'Mis!' Even later ziet hij een fazant lopen. Hij schiet: pang! Weer mis. 'Godverdomme,' roept de jager: 'Al weer mis.' Dan komt meneer pastoor langslopen. De pastoor zegt tegen de jager: 'Dat mag u niet meer zeggen hoor, dat godverdomme. U misbruikt de naam van de Schepper. Pas maar op dat Hij Zich niet op u wreekt.' 'U heeft gelijk,' zegt de jager, 'ik ben katholiek: ik mag dat niet zeggen.' De jager loopt verder. Plots ziet hij op vijf meter afstand een konijntje zitten. De jager schiet: pang! Mis. 'Godverdomme,' roept de jager, 'alweer mis!' Meteen komt er een bliksemschicht naar beneden flitsen, en die slaat op een meter naast hem de grond in.Hoort de jager een stem uit de hemel: 'Godverdomme, weer mis!

Een man vraagt aan God: "God, waarom heeft u vrouwen toch zo mooi gemaakt?", waarop God antwoord: "Zodat je ze aantrekkelijk vindt". Dan vraagt hij: "Maar God, waarom heeft u ze dan zo dom gemaakt?", waarop God antwoord: "Zodat ze jou ook aantrekkelijk vinden!"