petrus

Dappere man

Er verschijnt een man bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij in zijn aards bestaan ooit iets zinnigs heeft gedaan dat hem het recht zou geven om in de hemel te komen.
"Wel, ik kan me wel een voorval herinneren," zegt de man.
"Ik was op weg naar de zwarte bergen in Zuid Dakota toen ik inreed op een bende Hells Angels die een jonge vrouw ernstig lastig vielen. Ik riep dat ze de vrouw met rust moesten laten maar ze gingen gewoon door. Dus ben ik op de grootste en meest getatoeëerde Angel afgestapt, heb hem een slag voor z'n kop verkocht, hem over z'n motor heen geschopt en z'n neusring van z'n neus getrokken en weggesmeten. Toen schreeuwde ik tegen de rest: Opgesodemieterd nu of ik pak jullie allemaal zo aan."
Petrus was zeer onder de indruk:
"Wanneer was dat?"
"Nou, een paar minuten geleden."
 

Ontvang gratis en vrijblijvend een bod
 

Gemiddeld: 8 (1 stem)
Categorie

Geen aannemer

De ingang van de hemel en de hel zijn ca. 20 meter van elkaar verwijderd en worden van elkaar gescheiden door middel van een diepe kloof. Er wordt door omstandigheden wel eens een zieltje verkeerd afgeleverd, hetgeen een doorn in het oog is van Petrus. Op een mooie zonnige dag gaat Petrus naar de duivel en zegt dat hij wel een oplossing voor dit probleem heeft. "We gaan een brug bouwen en we delen de kosten." Dat lijkt de duivel een goed plan. Beide zullen de helft van de brug bouwen. De Duivel van zijn kant en Petrus van zijn kant. Direct vindt er grote activiteit plaats aan de kant van de Duivel, maar het blijft angstig stil aan de kant van de hemel. De duivel bekijkt dit een paar dagen en gaat op een gegeven moment maar eens informeren en vraagt aan Petrus: "Zul jij niet eens beginnen met de bouw, want ik ben al bijna klaar." Petrus antwoordt:" "Ik zou wel willen, maar ik kan geen aannemer vinden."

Gemiddeld: 8.3 (3 stemmen)
Categorie

Installateur

Aan de hemelpoort staat een installateur die pas 36 jaar is geworden. 'Waarom heb ik zo jong moeten sterven?' vraagt hij verwijtend aan Petrus. Petrus zoekt het op in zijn grote boek. Dan zegt hij: 'Jong? Als ik alle uren die jij je klanten heb berekend bij elkaar op tel, dan moet je nu 103 jaar zijn.'

Gemiddeld: 8 (2 stemmen)
Categorie

Twee staalarbeiders in de hel

Op een dag komen er 2 staalarbeiders aan de hemelpoort aan. Ze kloppen aan, en St. Petrus komt opendoen. Hij kijkt in zijn gulden boek, maar zij staan er niet in. "Het spijt me, jongens, jullie hebben teveel stakingen op aarde georganiseerd. Jullie kunnen de hemel niet binnen", en hij stuurt hen naar de hel.
Twee dagen later krijgt St. Petrus bezoek van de duivel. "Zeg Petrus, kom die twee staalarbeiders maar rap halen! Ze hebben al 2 ovens stilgelegd!"

Gemiddeld: 7 (1 stem)
Categorie

Een man is net overleden

Een man is net overleden en komt aan de hemelpoort.

Sint-Pieter bladert in zijn grote boek om te zien of de man mag worden binnengelaten in de hemel.
Hij bladert en bladert, maar fronst zijn wenkbrauwen, en zegt: "Weet je, ik kan niet slechts over je vinden, maar ik zie ook niet dat je iets goeds hebt gedaan in je leven. Als je mij kunt vertellen dat je een goede daad hebt verricht in je leven, al is het maar 1, dan mag je onmiddellijk binnen."

De man denkt even na, en zegt:
"Ja, er was die ene keer dat ik langs de weg reed en een motorbende zag die een jong meisje aan het lastigvallen was.
Ik vertraagde om beter te zien wat er gaande was, en inderdaad, daar waren ze, wel 20 man, en ze scheurden het meisje de kleren van het lijf.

Woedend ben ik uitgestapt, nam een wielsleutel uit de koffer en ging naar de leider van de bende, een reus van een vent met lederen jack en een ketting van zijn neus naar zijn oor.

Op het moment dat ik op de leider afstapte, vormden de andere bendeleden een cirkel rondom mij.
Ik trok de ketting van zijn gezicht en sloeg hem op het hoofd met mijn wielsleutel.
Hij ging keihard neer.

Toen draaide ik me om naar de rest en riep: Laat dit onschuldige meisje met rust of ik leer jullie allemaal een lesje!

Sint-Pieter, totaal onder de indruk vraagt:" Echt? Jij? En wanneer was dat dan wel?"

"Ooh," zegt de man, "zo'n twee minuten geleden."

Gemiddeld: 7 (1 stem)
Categorie

installateur

Aan de hemelpoort staat een installateur die pas 36 jaar is geworden. 'Waarom heb ik zo jong moeten sterven?' vraagt hij verwijtend aan Petrus. Petrus zoekt het op in zijn grote boek. Dan zegt hij: 'Jong?' Als ik alle uren die je je klanten heb berekend, bijeen tel,zou je nu 97 jaar moeten zijn.'

Gemiddeld: 7 (4 stemmen)
Categorie

Een wand vol klokken

Jantje heeft op een dag een zwaar ongeluk en hij gaat dood. Bij de hemelpoort aangekomen staat hij achteraan in een enorm lange rij. En het duurt en het duurt maar. "Ja," denkt Jantje: "ik heb wel wat beters te doen, het duurt me veel te lang!" Jantje stapt uit de rij en gaat samen met Petrus het café in. Jantje en Petrus beginnen elkaar verhalen te vertellen en het wordt later en later. Het ene biertje na het andere gieten ze naar binnen. Opeens moet Jantje toch wel heel nodig naar de w.c. Op de w.c aangekomen ziet hij een hele grote witte mooie ruimte met allemaal klokken aan de wand hangen, die verschillende tijden aangeven. Bij ieder van die klokken staat een naam. Dus Jantje lezen: "Pietertje, Keesje, Klaasje, Hendrik, Henk..." Al zijn vrienden staan erbij. "Maar ik mis Karel," denkt Jantje. Eenmaal weer aangekomen in het café bij Petrus, vraagt Jantje het toch maar eens na: "Wat zijn al die klokken op de w.c. Petrus?"
"Op die klokken staat hoeveel je nog te leven hebt en als je masturbeert gaat de klok een uur achteruit."
"Maar waar is de klok van Karel dan?" vraagt Jantje.
"Oh, " zegt Petrus, "die hebben we maar als ventilator in het café gehangen."

Gemiddeld: 6 (1 stem)
Tags

Bij de hemelpoort

Er staat een hoer bij de hemelpoort en Petrus vraagt aan haar wat haar beroep was. Ze kijkt hem verleidelijk aan en zegt dat ze op de wallen werkte. "Jammer", zegt Petrus, "dan kom je er niet in, ga maar op dat bankje zitten!"
Even later komt er een kleermaker aan. Hij ziet dat hoertje zitten, en loopt naar haar toe. "Wat doe jij hier?" Ze legt het uit en de kleermaker zegt: "Geen probleem, kom maar in deze jutenzak, dan draag ik je mee naar binnen."
Zo gezegd zo gedaan en hij komt bij de hemelpoort aan waar Petrus dus weer hetzelfde vraagt. Hij zegt dat hij kleermaker was en hij mag naar binnen. "Nog een klein vraagje", zegt Petrus, "wat zit er in die juttenzak?"
Waarop de kleermaker antwoordt: "Oh, een oude naaimachine!"

Gemiddeld: 6 (1 stem)
Categorie

Sigarenrook

Een man komt op klaarlichte dag onverwacht thuis en vindt zijn vrouw naakt in bed, terwijl de slaapkamer sterk naar sigarenrook geurt.
De man kijkt onder het bed en in alle kasten, maar vindt niemand, tot hij uit het raam naar beneden kijkt en bij de bushalte een sigarenroker ziet staan. Woedend sleurt hij de koelkast naar het raam en gooit deze naar buiten. Even later arriveert de verpletterde roker bij de hemelpoort.
"Wat is er met jou gebeurd?" vraagt Petrus. "Geen idee", zegt de man.
"Sta ik op de bus te wachten, krijg ik een koelkast op mijn kop."
"Kom maar binnen", zegt Petrus.
Even later arriveert er weer een man. "Wat is er gebeurd?" vraagt Petrus. "Ik had zo'n berouw dat ik iemand met een koelkast vermoord had", zegt de man, "Dat ik mezelf heb opgeknoopt."
"Ga maar naar binnen", zegt Petrus en weer arriveert er een man. "En jij?" vraagt Petrus. "Geen idee," zegt de man.
"Zit ik in de koelkast rustig een sigaartje te roken, word ik ineens van het balkon gegooid."

Gemiddeld: 8 (2 stemmen)
Categorie

Vier kardinalen

Vier kardinalen rijden zich net buiten Rome te pletter tegen een boom en verschijnen voor de hemelpoort. Petrus deelt hen mede dat zij net als ieder ander eerst de biecht moeten afleggen en dat zij er het beste aan doen geen geheim onverhuld te laten.

De eerste kardinaal vertelt beschaamd dat hij ooit met zijn linkerhand de Paus heeft gemasturbeerd. Petrus zegt dat de zonde wel meevalt en adviseert de kardinaal even de linkerhand door de wijwaterbak te halen waarna hij plaats kan nemen in de hemel.

De tweede kardinaal komt met hetzelfde verhaal, maar dan met de rechterhand. Hij krijgt van Petrus hetzelfde advies.

Op het moment dat de derde kardinaal zijn biecht wil beginnen, dringt de vierde kardinaal haastig naar voren en vraagt nerveus of hij even voor mag om zijn mond te spoelen, voor de ander met zijn togus in de wijwaterbak gaat zitten!

Gemiddeld: 5 (1 stem)
Categorie