De ingang van de hemel en de hel zijn ca. 20 meter van elkaar verwijderd en worden van elkaar gescheiden door middel van een diepe kloof. Er wordt door omstandigheden wel eens een zieltje verkeerd afgeleverd, hetgeen een doorn in het oog is van Petrus. Op een mooie zonnige dag gaat Petrus naar de duivel en zegt dat hij wel een oplossing voor dit probleem heeft. "We gaan een brug bouwen en we delen de kosten." Dat lijkt de duivel een goed plan. Beide zullen de helft van de brug bouwen. De Duivel van zijn kant en Petrus van zijn kant. Direct vindt er grote activiteit plaats aan de kant van de Duivel, maar het blijft angstig stil aan de kant van de hemel. De duivel bekijkt dit een paar dagen en gaat op een gegeven moment maar eens informeren en vraagt aan Petrus: "Zul jij niet eens beginnen met de bouw, want ik ben al bijna klaar." Petrus antwoordt:" "Ik zou wel willen, maar ik kan geen aannemer vinden."
Nog 5 willekeurige moppen
In het park
Jqantje en Daantje zitten op een bank. Tegenover hen staat een grote spiegel. Zegt Jantje tegen Daantje: 'Zullen we gezellig bij die andere tweejongens gaan zitten?'
'Ja, dat is goed', zegt Daantje en ze staan allebei op.
Dan zegt Jantje: 'Laat maar ze komen al naar ons!'
Hamburger
Peter en Hans hebben in een cafetaria een hamburger besteld. Als de bestelling wordt gebracht, blijkt de ene hamburger veel groter te zijn dan de andere.
'Ga je gang', zegt Pieter tegen zijn vriend.
Deze aarzelt even en pakt dan de grootste hamburger.
'Mooie manieren heb jij!' zegt Peter boos. 'Het was niet meer dan fatsoenlijk geweest als jij de kleinste had genomen!'
Hans denkt even na en zegt dan: 'Welke zou jij genomen hebben?'
'Nou, de kleinste natuurlijk' zegt Peter.
'Wat zeur je dan? Die heb je nu toch.'
Jantje gaat boodschappen voor zijn moeder doen
Jantje gaat boodschappen voor zijn moeder doen en zijn zusje gaat mee. Zijn moeder zegt: 'Alleen meenemen wat op het lijstje staat.' Op de weg terug naar huis valt zijn zusje in de sloot, maar Jantje loopt door. Als Jantje terugkomt, vraagt zijn moeder: 'Waar is je zusje?' 'Oh, die viel in de sloot, maar ik mocht alleen meenemen wat op het lijstje stond!'