Absurde moppen

Een man krijgt een rondleiding in de latexfabriek.

Hij krijgt een productielijn te zien waar de zuigspenen worden gemaakt
voor babyflesjes.
De machine maakt steeds dezelfde geluidjes: blub, ploep, blub, ploep,...

De directeur legt uit dat het 'blub' geluid wordt veroorzaakt wanneer
de latex in de vorm wordt gegoten, de 'ploep' geluid is het gaatje
dat in de speen wordt geprikt.

Daarna krijgt de gast de condoommachine te zien. De machine maakt het volgende geluid: blub, blub, blub, ploep, blub,...

De man luistert nog eens aandachtig en zegt: "Ik herken het 'blub'-geluid van de latex die wordt gegoten, maar volgens mij hoor ik een 'ploep' geluid zoals van een gaatje dat wordt geprikt?"

De directeur zegt: "Ja, dat klopt, in elke vierde condoom die gemaakt wordt prikken we een gaatje."

"Verdorie nog aan toe," schrikt de bezoeker, "dat kan toch niet goed
zijn voor uw condoom verkoop?!"

"Nee," lacht de directeur, "maar het is schitterend voor de verkoop van
de babyfles-zuigspenen!"

Twee lullen zijn tennis aan het spelen, maar het gaat moeizaam.

Zegt de ene: "Pff, het gaat precies niet zo goed hé?!"

Waarop de andere antwoordt: "Nee, we zijn nog wat stijf van gisteren zeker?!"

De vakantie is begonnen en de kinderen hebben allemaal hun rapport mee naar huis genomen. 'Waar is jouw rapport? vraagt Simons moeder. 'Ik heb het aan Arthur gegeven. Hij vroeg of hij het eens mee naar huis mocht nemen, zodat hij zijn ouders eens flink kan laten schrikken!'

Viktor en Camille genieten van een lekker ijsje. Zegt Camille tegen Viktor: 'Pas op, er loopt een mier op je ijsje!' Waarop Viktor zegt: 'Niet zo erg. Ik laat hem even genieten van de wintersport!'

Kent u die mop van de mummie?

Jantje komt bij de dokter. Zijn moeder schreef een briefje waarop staat dat hij niet kan praten. De dokter leest het briefje en zegt Jantje: 'Jantje, leg je hand op de tafel.'
De dokter pakt een hamer en slaat op de hand van Jantje.
Jantje brult van de pijn:' AAAAA'
Waarop de dokter zegt: ' Goed zo Jantje, morgen leren we de B.'

Louis heeft de eerste prijs gewonnen met de tombola van de fanfare. Hij krijgt een rondvlucht in een F-16 van de luchtmacht. Hij biedt zich op Kleine Brogel aan om de prijs in ontvangst te nemen. De piloot geeft hem een drukpak en zegt: "Trek dat aan en dit is de intercom, als je daar op duwt, kan je met mij spreken.

Even later zijn ze weg. Als ze op volle snelheid zijn, maakt de piloot een fikse bocht naar rechts. Achteraan zegt Louis: "Dat had ik gedacht."

De piloot schenkt er geen aandacht aan en vliegt verder. Hij maakt een felle bocht naar links en weer hoort hij Louis zeggen: "Dat had ik gedacht."

Dat begint de piloot op de zenuwen te werken en hij besluit een driedubbele looping te maken als die afgerond is, hoort hij Louis zeggen: "Dat had ik niet gedacht."

Eens op de grond vraagt de piloot de man om uitleg.
"Wel," zegt Louis, "dat ik in mijn broek ging doen, dat had ik gedacht. Dat het twee keer prijs zou zijn, dat had ik ook gedacht. Maar dat het in mijn oren ging lopen, dat had ik niet gedacht. "

Komen twee krokodillen elkaar tegen.

'Waarheen ga jij op vakantie?', vraagt de ene.

Zegt de andere: 'Nou, ik hab een grote bek, mijn moeder heeft een grote bek en mijn vader heeft een grote bek... Dus dat zal wel Duitsland worden!'

Een man komt bij zijn auto en ziet dat zijn zijruit ingeslagen is en zijn autoradio gestolen. Hij gaat naar de garage, laat een nieuwe zijruit inzetten alsmede een nieuwe autoradio.
De volgende dag komt hij buiten, gaat naar zijn auto en bemerkt dat zijn zijruit weer ingeslagen is en opnieuw zijn autoradio is gestolen.
Woedend gaat hij naar de garage en laat een nieuwe zijruit monteren, maar echter geen nieuwe radio.
Als hij 's avonds zijn wagen voor zijn huis parkeert, hangt hij aan zijn zijruit een karton met als opschrift: "Deze wagen bevat geen autoradio".
Als hij de volgende morgen buiten komt, komt hij tot de vaststelling dat deze keer zijn auto is gestolen.
Op de grond ligt nog echter het karton, waarop de dieven hebben bijgeschreven: "Geen nood, wij zetten er wel zelf een in..."

Een jongen loopt op een dag een postkantoor binnen en ziet daar in een hoek een kalende man van middelbare leeftijd die bezig is met het plakken van "Liefdes" postzegels op helderroze enveloppen die geheel bezet zijn met hartjes. Daarna pakt hij een flesje parfum en besprenkelt alle enveloppen
met parfum.
Nieuwsgierig geworden gaat de jongen naar de kalende man en vraagt waar hij mee bezig is.
De man antwoordt: "Ik verzend 1000 Valentijnskaarten ondertekend met 'Raad eens Wie?'"
"Maar waarom?" vraagt de jongen.
"Ik ben een echtscheidingsadvocaat" antwoordt de man.