Een vliegtuig was neergestort in de bergen en een zoektocht naar overlevenden werd opgezet.
De plaats van de vliegtuigcrash werd als snel gevonden, maar het reddingsteam had een dag nodig om ter plaatse te geraken.
Toen de reddingsploeg bij het neergestorte vliegtuig kwamen zagen ze een man zitten die op een been aan het kauwen was.
Hij gooide net het been op een grote hoop met nog meer beenderen, toen hij de reddingsploeg zag naderen.
"Godzijdank," riep hij uit, "ik ben gered!!!"
De reddingsploeg keek de man met open mond aan, compleet in shock bij het aanschouwen van de berg menselijke beenderen. De man had duidelijk alle anderen opgegeten.
De overlevende zag de verwondering van de reddingsploeg en zei: "Je mag me niet voor veroordelen," zei hij beschaamd, "ik moest overleven. Wat is daar verkeerd aan?"
De chef van het reddingsteam stapte hoofdschuddend op de man af en zei: "Ik veroordeel je niet om het nodige te doen om te overleven. Maar allemachtig, man, het vliegtuig is pas gisterenmiddag neergestort!"