Twee vragen
Jantje zit in de klas. De juf zegt: ‘Ik ga jullie twee vragen stellen. Wie de eerste goed heeft, hoeft de tweede niet te beantwoorden. Oké, daar komt-ie: Hoeveel haren heeft een koe?’ Het wordt stil in de klas en Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vierduizendnegenhonderddrieënzeventig, juf.’ De juffrouw vraagt: ‘Hoe weet jij dat zo precies, Jantje?’ ‘Jaaaaa,’ zegt Jantje, ‘dat is de tweede vraag en die hoef ik niet te beantwoorden!’