Jantje is volgende week jarig. Zijn vader wil als cadeau een trommel voor hem kopen. 'Kijk meneer,' zegt de verkoper, 'deze rode hier kost vijf euro. Die blauwe kost zeven euro en die gele ja, dat is een speciale. Die kost twaalf euro.' 'Hmm. En wat is er dan wel zo speciaal aan?' vraagt Jantjes vader. 'Die is gegarandeerd binnen een week stuk, meneer', antwoordt de verkoper.
Twee skeletten lopen een café binnen. Het ene skelet vraagt: 'Voor ons een cola.'
Waarop het andere skelet zegt: ' En een dweil.'
Zegt de meestertegen de klas: Wie zichzelf dom vindt, moet gaan staan.'
De hele klas blijft zitten behalve Wout.
'Dus jijvindt jezelf dom?'
'Nee, meester, maar ik vind het sneu dat u als enige staat!'
Wanneer breek je sneller een been? Wanneer je van een trap valt of wanneer je van een toren valt?
Op school krijgen de leerlingen les in beleefdheid. De juf vraagt: ‘Anton, als je per ongeluk op de voet van een mevrouw gaat staan, wat doe je dan?’ Anton: ’Dan zeg ik: “Pardon, mevrouw”. Heel makkelijk!' Juf: ‘Heel goed. En als ze jou nu wat geld wil geven omdat je zo beleefd bent, wat doe je dan?’ Anton: ‘Dan ga ik op haar andere voet staan om te zien of ik daar ook geld voor krijg.’
Op een van de mooiste pleinen van Rome staat een man al een tijdje achterover naar de lucht te turen. Een nieuwsgierige dame komt naast hem staan en kijkt ook naar boven, maar zij ziet niets.
'Hebt u ook een bloedneud, mevrouw?', vraagt de man aan de dame.
