Al eens een olifant gezien achter een grassprietje?
Die kan zich goed verstoppen, niet?
Al eens een olifant gezien achter een grassprietje?
Die kan zich goed verstoppen, niet?
Een kleine jongen had problemen met het aantrekken van zijn laarsjes, bijgevolg knielde de juf en hielp hem.
Met trekken en sleuren lukte het haar, eerst de ene en daarna ook de andere.
Toen zei die kleine "die botten zitten aan de verkeerde voet". De kinderjuf slikte haar opkomende ergernis maar in en ze keek vol ongeloof naar de voeten van het kind.
Maar hij had gelijk, links en rechts was verwisselt.
Het was voor de juf al even moeilijk om de laarsjes weer van de voetjes te trekken,als het was om ze weer terug aan te doen,en ditmaal aan de goede voet.
Ondanks alles lukte het haar om haar ergernis in te slikken.
Als al het werk gedaan was zij de kleine "dat zijn mijn bottekes nie".
Bij de juf kwam nu toch wel een beetje woede naar boven,en ze moest op haar tong bijten om die kleine niet uit te maken voor het lelijkste van de straat!
Ze zei alleen maar:"en waarom zegde gij da nu pas?"
Zich aan het noodlot onderwerpend, begon zij opnieuw aan de laarsjes te trekken en te sleuren tot ze weer van zij voetjes waren.
En de kleine begon het uit te leggen:"dat zijn de bottekes van mijn broer, maar ons ma heeft gezegd dat ik die vandaag moest aandoen omdat het zo koud is."
Op dat moment wist ze niet meer of ze stillekens moest wenen of op hem moest brullen.
Ze nam maar weer al haar moed bijeen, en ze en ze trok en sleurde tot zijn bottekes weer aan voetjes zaten.
klaar!
Dan vroeg zij gans opgelucht aan de kleine jongen:"okay,en waar zijn uw handschoenen?"
Waarop hij antwoordt: "die heb ik vanvoor in mijn bottekes gestoken!!!"
Mevrouw de Haan doet de deur open nadat er gebeld is, en ziet een vreemde man staan meteen koffertje in zijn hand. 'U wenst?' vraagt ze. 'Ik kom de piano stemmen, mevrouw.''Maar ik heb u niet besteld!' 'U niet mevrouw, maar de buren wel.'
Een man gaat paardrijden en krijgt voor het eerst rijles. De leraar zegt: 'Ga maar op het paard zitten.' De man gaat andersom op het paard zitten. De leraar zegt: 'U zit er verkeerd op, meneer.' De man zegt: 'Ik bepaal toch zelf wel welke kant ik op ga!'
Een drol en een appel liggen op straat. Ineens wordt de appel opgepakt en opgegeten. De drol zegt tegen de appel: 'Tot straks!'