Jantje moppen voor kinderen

Jantje komt thuis van school.

'Was je stout vandaag op school, Jantje?' vraagt mama.

'Nee hoor', zegt Jantje. 'Ik kreeg de kans niet.

Ik stond de hele dag in de hoek.'

Jantje komt thuis van zijn eerste dag op school.

Mama vraagt: 'En, wat heb je vandaag geleerd?'

Jantje antwoordt: 'Niet genoeg, want ik moet morgen opnieuw naar school.'

De juf schrijft op het bord 1-1 en vraagt hoeveel dat is.

Jantje denkt eens goed na en zegt: "Gelijkspel, juffrouw!"

Moeder ziet Jantje naar het wc lopen en roept:"Niet beneden naar het wc gaan, want het zit verstopt. Ga boven!"

Jantje gaat dan maar op de zolder naar het wc en wanneer hij zich neerzet hoort hij een stem:"Ik ben het spook met houten hakken...".

Jantje schrikt en opeens ziet hij het spook voor zich en het zegt weer: "Ik ben het spook met houten hakken..."

Waarop Jantje zegt:"Ik ben Jantje en ik moet kakken..."

Jantjes vader zit al een poosje te wachten tot Jantje van school thuiskomst. Hij besluit te gaan kijken waar Jantje zo lang blijft. Bij de school treft hij Jantje aan.

'Jantje', vraagt hij, waarom kom je niet naar huis?'

Jantje: 'Tja, we hebben in de les aardrijkskunde geleerd dat de aarde draait. Ik zit hier te wachten tot ons huis voorbijkomt...

'Hou jij van giraffen?', vraagt een dierenverzorger aan Jantje in de dierentuin.

'Oh, ik lust alles!' zegt Jantje trots.

Jantje drinkt in één keer zijn melk op en laat daarna een harde boer!

Moeder: "Wat is dat nu?"

Jantje: "De melkboer, mama."

Jantje is met zijn moeder naar de tandarts geweest.
Vader vraagt: ' En deed het pijn, Jantje?'
'Jazeker!' antwoordt Jantje.
'Toen ik in de vinger van de tandarts beet, sprong hij gillend de lucht in!'

Jantje en mama zijn bij de bakker.

Jantje krijgt een koekje.

Zegt mama; ' Wat zeg je dan Jantje?'

Jantje denkt even na.

Zegt hij: 'Krijg ik er nog eentje?'

Jantje komt thuis met een slecht rapport.
“Voor zo’n rapport lijkt een flink pak slaag wel op zijn plaats!” zegt vader boos.
Jantje antwoordt: “Dat lijkt me een goed idee pa. Ik weet wel waar de meester woont.”