Jantje moppen voor kinderen

Waarom lacht Jantje drie keer met een mop?

De eerste keer om met iedereen mee te lachen,

de tweede keer als ze hem de mop uitleggen,

De derde keer als hij de mop begrijpt!

Op een dag peutert de kleine Jantje in zijn neus. De juffrouw vraagt: 'Waarom peuter je in je neus?? Antwoordt Jantje: 'Ik zit toch op de PEUTERSCHOOL!'

Jantje logeert een nachtje bij opa en oma.
Als hij naar bed gaat vraagt hij aan opa: "Waarom heb jij een kartonnen buik?"
Waarop opa verbaasd zegt: "Maar jongen, ik heb helemaal geen kartonnen buik!"
Ook aan oma vraagt Jantje: "Waarom heb jij dan een kartonnen buik?"
En ook oma antwoordt: "Jongen toch, oma heeft helemaal geen kartonnen buik!" Jantje reageert vragend: "Waarom hebben papa en mama dan gezegd dat ik vanavond bij die ouwe dozen moest slapen?"

Papa, mama en Jantje hebben gegeten in een erg duur sterrenrestaurant.

Ze hebben niet alles kunnen opeten.

Papa roept de ober en vraagt: 'Kunt u de restjes in een zakje doen voor de hond?'

'Hoera!' roept Jantje, 'We krijgen een hond!' 
 

Jantjes mama vraagt of hij de sla al heeft gewassen.

Jantje antwoordt: "Ja hoor, met zeep."

Jantje komt bij de dokter. Zijn moeder schreef een briefje waarop staat dat hij niet kan praten. De dokter leest het briefje en zegt Jantje: 'Jantje, leg je hand op de tafel.'
De dokter pakt een hamer en slaat op de hand van Jantje.
Jantje brult van de pijn:' AAAAA'
Waarop de dokter zegt: ' Goed zo Jantje, morgen leren we de B.'

Hoe vangt Jantje een vlieg?

Hij jaagt de vlieg onder de kast en zaagt dan de poten van de kast af.

Jantje zegt tegen zijn vader: ‘Papa, ik wil later rijk worden, maar ik hoef geen bad in mijn huis.’ Zegt zijn vader: ‘Waarom dan?’ Zegt Jantje: ‘Ik wil namelijk stinkend rijk worden!’

Jantje komt thuis en laat aan zijn moeder zijn (schitterend) rapport zien.
"Zo slecht", zegt zijn moeder, "Slechts een 1 voor gedrag."
Jante doodserieus: "Maar ma, vake zal daar blij mee zijn als hij straks uit de gevangenis komt.

Tijdens de les geschiedenis vraagt de leraar: 'Wanneer werd Rome gebouwd?'

Jantje steekt zijn vinger op: ''s Nachts meneer.'

'Hoe kom je daar nu bij, Jantje? vraagt de onderwijzer verbaasd.

'U hebt toch zelf gezegd dat Rome niet op één dag gebouwd werd!'