Een jongetje van 10 uit West-Vlaanderen is op bezoek in Limburg.
Een jongetje van 10 uit West-Vlaanderen is op bezoek in Limburg.
De pastoor gaat met hem gaan wandelen en ze gaan langs een veld met bloemkolen.
De pastoor zegt: "Kijk daar komen de jongetjes uit."
Het jongetje wrijft zich in het haar.
Wat verder passeren ze een veld met rode kolen en de pastoor zegt: "Daar komen de meisjes uit."
Weer wrijft het jongetje in de haren waarop de pastoor vraagt:
"Waarom wrijf jij altijd in je haren?"
"Wel," zegt het jongetje, "je verteld mij dat uit de bloemkolen de jongetjes komen en uit de rode kolen de meisjes."
"Dat is juist," zegt de pastoor, waarop het jongetje vraagt: "Poepen jullie hier niet misschien?"