Belgen moppen

Twee Belgen hebben allebei een koe gekocht. Zegt de ene Belg tegen de ander:
"Hey, hoe gaan wij de koeien nou onderscheiden?"
Zegt de andere Belg:
"Weet je wat, ik snij een oor van mij koe er af."

Wat gebeurt er een week later de andere koe blijft met zijn oor tussen het prikkeldraad en nu missen ze allebei een oor. Zegt de Belg weer:
"Hey wat gaan we nu doen?"
Zegt de andere Belg:
"Oke, dan haal ik de staart van mijn koe er wel af."

Paar weken later bijt de ene koe de staart van de andere af en nu missen ze allebei een staart. Zegt de Belg:
"Nu ben ik het echt zat, ik maak een klein krasje boven het oog van mijn koe. Zo weten we dat die van mij is!"

Drie dagen later. Ja hoor, de koe valt op zijn oog en er zit een krasje boven zijn oog op de zelfde plek als bij de andere koe. De Belg word laaiend. Hij zegt:
"Weet je wat, ik ben het helemaal zat! De zwarte koe is van jou en de witte is van mij!"

3 mannen, een Nederlander, een Belg en een Duitser staan bij de hemelpoort en God vertelt hen dat ze 100 traptreden moeten beklimmen om erin te mogen. Op elke trede word een mop verteld. Als je lacht, mag je niet in de Hemel.

De Nederlander probeert het als eerste en na 35 moppen begint hij te lachen.

Dan probeert de Duitser het. Hij weet 60 treden te klimmen, maar dan begint hij toch te lachen.

Nu is het de beurt aan de Belg. Hij is bij trap 99 en God verteld hem dat hij nog één trede moet klimmen voordat hij de Hemel in mag. Opeens begint de Belg keihard te lachen.
''Wat is er aan de hand?!'' vraagt God.
De Belg, eindelijk opgehouden met lachen, antwoord:
''Ik snap de eerste mop.''

Twee Belgen zijn doende een lang touw uit het water te trekken. Er komt maar geen eind aan. Zegt die ene Belg: 'De één of andere sukkel zal het eind er toch niet hebben afgesneden?'

Sjefke is een Belg die sinds kort samen met zijn ouders in Nederland woont. Sjefke gaat vandaag voor de eerste keer in Nederland naar school. Hij is zenuwachtig en een beetje bang dat hij niet zo slim is als alle andere kinderen. Zijn moeder stelt hem gerust en zegt “Sjefke, gij als Belg ligt een streepje voor op die Hollanders”

Op de eerste schooldag van Sjefke vraagt de juffrouw wie het hele alfabet kan opzeggen. Sjefke steekt trotst zijn vinger op en doet het hele alfabet zonder ook maar één fout. Als hij die middag thuis komt zegt zijn moeder “Awel, zie je nou wel Sjefke, dat komt omdat gij een Belg zijt”

De volgende schooldag gaat Sjefke weer naar school. Deze keer vraagt de juffrouw wie tot 10 kan tellen. Sjefke steekt weer vol trots zijn vinger op en tel zonder fouten tot tien. Die avond zegt zijn moeder “Zie je nou wel, dat komt omdat gij een Belg zijt”

De volgende schooldag is er gymles. Na de gymles loopt Sjefke samen met de andere jongens de douche in en komt erachter dat zijn snikkel veel groter is dan die van de andere jongens. Dezelfde dag vraagt Sjefke aan zijn moeder “Awel, dat komt zeker omdat ik een Belg zijt?”

Moeders antwoordt: “Nee Sjefke, dat komt omdat gij 19 zijt en de andere nog maar 7!”

Drie ontdekkingsreizigers worden door een wilde stam gevangen genomen.
Het opperhoofd zegt: "Degene die het tien minuten uithoudt in hut 1 bij een wilde beer van 150 kg en daarna in hut 2 de liefde bedrijft met de lelijkste vrouw van onze stam, een mens van 150 kg die stinkt als de pest, zal gespaard worden!"
De Duitser moet eerst maar wordt na drie minuten al gedood door de beer.
Dan volgt de Nederlander, na acht minuten wordt hij gedood door de beer.
Tenslotte moet de Belg. Na tien minuten komt hij uit hut 1 en vraagt: "Waar is die vrouw waarbij ik het 10 minuten moet uithouden?"

Ergens in Wallonië staat een groepje stadsarbeiders een sigaretje te roken aan een bloemenperkje waar ze onkruid moeten trekken. Op de rugzijde van hun werkkledij staat een mooie Vlaamse Leeuw geborduurd. Een Brusselaar komt voorbij en fronst de wenkbrauwen. Enigzins geïntrigeerd door dit beeld, vraagt de Brusselaar « Pourquoi ce Lion Flamand se trouve sur votre salopette ? Waarop de arbeiders : « C'est l'endroit réservé au sponsor ».

Een Belg zou op vakantie gaan naar Engeland, als zijn buurman er later naar vraagt hoe de reis was blijkt hij de reis te hebben geannuleerd. “Waarom heb je die reis geannuleerd?”,vraagt de buurman. “Nou , ik vind dat links rijden veel te gevaarlijk.” “Toch schijnt dat heel erg mee te vallen.” zegt de buurman. “Geloof dat maar niet, ik heb het in Antwerpen een half uur geprobeerd, en het viel vies tegen!”

Er rijdt een Belg zonder verlichting door Maastricht. De politie ziet de Belg en houd hem aan. Uw licht staat niet aan zegt de agent. "Nee, dat klopt," zegt de Belg, "Ze zijn stuk." De agent in een goede bui geeft de Belg nog één kans. "Ga naar het pompstation hier om de hoek en laat uw lampen maken". "Oké," zegt de Belg en gaat op weg.

Minuten later ziet de agent de Belg weer zonder verlichting rijden. Na de aanhouding zegt de agent: "Nu moet ik u toch bekeuren."
"Allee," zegt de Belg: "bij de pomp stond in grote letters: HALLO-GEEN-LICHTEN."

Het is hartje winter en een Belg gaat vissen. Hij kijkt om zich heen en denkt: "Dit is een mooie rustige plek, hier ga ik vissen.... ik moet alleen nog een gat in het ijs zagen."

Net als de Belg wil gaan zagen hoort hij een stem.
"Hier zit geen vis!"
De Belg kijkt om zich heen en ziet niemand. Hij wil weer beginnen met het zagen van het gat en hoort weer:
"Hier zit geen vis!"
Hij kijkt weer om zich heen en ziet helemaal niemand.

Opnieuw wil de Belg beginnen met zagen en hoort dezelfde stem zeggen:
"HIER ZIT GEEN VIS!!!"

Verbaasd vraagt de Belg: "Awel, hoe weet gij da zo goe en wie zijt gij eigenlijk? Koning Winter ofzo ?"

"Nee idioot! Ik ben de stadionomroeper van de ijshockeyclub."

Een Limburger sterft en gaat naar de hemel. Hij wordt er heel koel ontvangen door Sinte Pieter en neemt in alle discretie zijn plaats in bij de engelenschare.

Een Brabander overkomt hetzelfde. Maar op een dag zijn ze er toevallig getuige van dat er een Antwerpenaar aan d' hemelpoorten toekomt... Is me dat een kabaal !

Er wordt een welkomstserenade gegeven. God zelf komt persoonlijk voor de ontvangst zorgen, de betrokkene wordt met alle eer overladen en er wordt gedronken en gefeest.

De Brabander en de Limburger, nochtans heel braaf, krijgen door zoveel verschil in ontvangst toch een licht wrang gevoel en voelen zich een beetje tekort gedaan. Ze besluiten samen naar Sint-Pieter te gaan om bescheiden hun beklag te doen en een beetje uitleg te vragen.

"Jamaar !" zegt Sint-Pieter :
"Het zit hier vol met Limburgers en Brabanders, maar het was wel meer dan honderd jaar geleden dat er hier nog ne keer ne Antwerpenaar in den hemel gekomen is !"