Helikopter
Peter wil graag helikopter-piloot worden. Wanneer zijn eerste helikopterles begint vraagt zijn leraar: 'Wat zijn die dingen die boven ons draaien?' Peter denkt eens na en antwoordt: 'Dat is de ventilator.' 'Nee, dat heb je fout', antwoordt de leraar. Waarop Peter zegt: 'Nou ik wed dat als ik ze uitzet, u het heel warm zult krijgen!'
Twee moeders praten over hun kind
Twee moeders praten over hun kind. Zegt de ene moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam al zeggen.' Zegt de andere moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam al schrijven.' 'Dat is nog niks', zegt een derde moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam achterstevoren schrijven!? 'Hoe heet hij dan?' vragen de eerste twee moeders. Antwoordt de derde moeder: 'Bob!'
Een vis botst tegen een andere vis op
Een vis botst tegen een andere vis op. De ene vis zegt: 'Hé, kijk eens uit!' Zegt de andere vis: 'Sorry, ik had water in mijn ogen!'
Tomaten
Moeder 1: ‘Hoe gaat het met je zoon?’
Moeder 2: ‘Hij zit een week in de gevangenis.’
Moeder 1: ‘In de gevangenis? Waarom?’
Moeder 2: ‘Hij heeft tomaten op de auto van de buurman gegooid.’
Moeder 1: ‘Tomaten? Maar dat is toch geen reden om iemand gevangen te zetten?’
Moeder 2: ‘Jawel, want ze zaten nog in blik!’
Tractor rijden
Keesje zit binnen. Dan gaat de bel. Keesje doet open en voor de deur staat een man. Man: ‘Is je vader thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je moeder thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je zus dan thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Maar wat doe jij dan de hele dag alleen?’ Keesje: ‘Oh, een beetje op de tractor rijden!’
Jantje gaat bij oma en opa logeren
Jantje gaat bij oma en opa logeren. Jantje zegt: 'Oma, ik moet piesen.' Oma zegt: 'Bah wat een vies woord, zeg maar fluiten.' Even later gaan ze slapen. Jantje krijgt een nachtmerrie en mag bij oma en opa in bed slapen. Jantje zegt: 'Opa, ik moet fluiten.' Opa zegt: 'Jantje, je kunt toch niet zomaar midden in de nacht fluiten.' Jantje zegt: 'Maar ik moet echt!' Opa zegt: 'Ach, doe het dan maar heel zachtjes in mijn oor.'