Smeerkaas
Een meisje heeft een kuipje smeerkaas in haar kamer staan. Dan komt er een dief, die het kuipje steelt. Het meisje roept: ‘De kaas smeert hem!’
Een meisje heeft een kuipje smeerkaas in haar kamer staan. Dan komt er een dief, die het kuipje steelt. Het meisje roept: ‘De kaas smeert hem!’
Peter wil graag helikopter-piloot worden. Wanneer zijn eerste helikopterles begint vraagt zijn leraar: 'Wat zijn die dingen die boven ons draaien?' Peter denkt eens na en antwoordt: 'Dat is de ventilator.' 'Nee, dat heb je fout', antwoordt de leraar. Waarop Peter zegt: 'Nou ik wed dat als ik ze uitzet, u het heel warm zult krijgen!'
Twee moeders praten over hun kind. Zegt de ene moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam al zeggen.' Zegt de andere moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam al schrijven.' 'Dat is nog niks', zegt een derde moeder: 'Mijn zoon kan zijn naam achterstevoren schrijven!? 'Hoe heet hij dan?' vragen de eerste twee moeders. Antwoordt de derde moeder: 'Bob!'
Een vis botst tegen een andere vis op. De ene vis zegt: 'Hé, kijk eens uit!' Zegt de andere vis: 'Sorry, ik had water in mijn ogen!'
Twee oenen liggen op het strand. De ene oen zegt: 'Lekker windje, hè.' Dan zegt de andere oen: 'Zal ik er nog een laten?'
Keesje zit binnen. Dan gaat de bel. Keesje doet open en voor de deur staat een man. Man: ‘Is je vader thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je moeder thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je zus dan thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Maar wat doe jij dan de hele dag alleen?’ Keesje: ‘Oh, een beetje op de tractor rijden!’