Volgende vraag
'Wie het antwoord weet op de volgende vraag, mag naar huis', zegt de onderwijzer.
Leo laat een luide boer.
'Wie deed dat?' vraagt de leerkracht.
Zegt Leo: 'Ik, meester. Mag ik nu naar huis?'
De beste moppen in de categorie 'Algemeen'. Dat is zo'n beetje de 'vuilbak' categorie van de site. De moppen zijn gesorteerd volgens de score die bezoekers aan de moppen geven. Help een handje en geef ook een score aan de moppen die je leest!
'Wie het antwoord weet op de volgende vraag, mag naar huis', zegt de onderwijzer.
Leo laat een luide boer.
'Wie deed dat?' vraagt de leerkracht.
Zegt Leo: 'Ik, meester. Mag ik nu naar huis?'
Twee heren op een bank in het park zijn in gesprek.
'Mijn huis hangt vol prachtige schilderijen', zegt de ene heer tegen de andere.
'O ja? Uit welke periode?'
'Uit de periode dat ik nog geld had.'
'Hoelang waren Adam en Eva in het paradijs?' vraagt de leraar.
'Tot de herfst', zegt Jos overtuigd.
'Hoe kom je daar nu bij?'
'Omdat appels pas in de herfst rijp zijn!'
De fotograaf is op school geweest. De onderwijzer spoort de kinderen aan om een klassenfoto te kopen. Hij egt:' Het is toch leuk als je na een jaar of dertig die foto nog eens kunt opdiepen. Dan denk hje bijvoorbeeld: 'Ach ja, dat is Tinneke. Die heb ik nog kortgeleden gezien met haar kinderen. En dat is Steven, hij is dokter geworden.'
Een stemmetje klinkt: En dat is de meester, die is al gestorven ...'
Een jongen plaatst zijn fiets tegen een boom. Een agent komt naar hem toe en zegt hem: 'Hier mag je je fiets niet zetten, jongen, want straks komt de koningin hier voorbij.'
'Dat geeft niet meneer! Mijn fiets staat goed op slot!'
Hoe noem je een heel erge rijke man die op het toilet zit?
Tijdens een wedstrijd in het trekken van gekke smoelen heeft de jury het bijzonder moeilijk. Uiteindelijk wordt de knoop doorgehakt. Een van de juryleden loopt naar een dame en zegt; ' Mevrouwn, u hebt de eerste prijs gewonnen!'
'Maar meneer,' zegt de dame verontwaardigd, 'ik heb helemaal niet meegedaan!'
Sofietje op de balletles; 'Waarom nemen ze geen grotere mensen? Dan hoeven wij niet op onze tenen te gaan staan!;
Jut gaat naar de winkel.
Ze wijst naar een plank.
Ik wil die teevee kopen.
De man van de winkel zegt:
'Ik verkoop niets aan een oen.'
Boos gaat Jut naar huis.
Ze zet een pruik op.
Dan gaat ze weer naar de winkel.
Weer wijst ze naar een plank.
'Ik wil die teevee kopen.'
De man van de winkel kijkt haar aan.
Hij zegt: 'Ik verkoop niets aan een oen.'
Kwaad gaat Jut naar huis.
Ze zet een pet op.
Ze plakt een snor boven haar lip.
Ze doet een net pak aan.
Zo gaat ze weer naar de winkel.
Zo gaat ze weer naar de winkel.
Ze wijst voor de derde keer naar de plank.
'Ik wil die teevee kopen.'
Zegt de man van de winkel:
'Ik verkoop niets aan een oen.
Jut ploft uit elkaar.
Zo boos is ze.
Ze roept: 'Hoe kunt u dat nu weten?
Hoe ziet u dat?
Dat ik een oen ben?'
'Nou,' zegt de man.
Hij wijst naar de plank.
Dat is geen teevee.
Dat is een oven.'
Joris staat op en loopt de trap af naar zijn ouders.
'Ik had een gekke droom', zegt Joris, 'maar hoe ging die nu alweer?'
'Dat weet ik toch niet', zegt mama.
'Dat snap ik niet', antwoordt Joris,,'jij was er toch ook bij?'