een wilde beer.
Koen en Tom zijn aan het rondtrekken als ze plotseling achterna worden gezeten door een wilde beer. Ze vluchten snel een boom in en wachten angstig af op de dingen die komen gaan. Als de beer ook blijkt te kunnen klimmen, haalt Koen zijn joggingschoenen uit zijn rugzak en trekt ze snel aan.
"Wat doe jij nou?" vraagt Tom verbaasd.
"Ik dacht zo: als-ie straks vlakbij ons is, moeten we alle twee naar beneden springen en het op een lopen zetten."
"Een beer... die blijf je nooit voor!" zegt Tom schamper.
"Ik hoef hem ook niet voor te blijven," zegt Koen dan, "als ik jou maar voor blijf..."