Moppen voor kinderen

Een motorrijder rijdt op een nieuwe motorfiets op de snelweg

Bij het passeren van een auto klopt hij op het raam. De bestuurder van de auto opent het raam, "Ja?" "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?" "Nee, dat heb ik niet."

De motorrijder rijdt door, tot hij de volgende auto ziet. Bij het passeren klopt hij op het raam. De bestuurder van de auto opent het raam: "Ja?" "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?" "Nee, dat heb ik niet."

Dan is er ineens een bocht, de motorrijder ziet het te laat. Hij crasht van de weg af in een sloot. Een auto stopt en een man rent naar de ongelukkige motorrijder.

Bedekt met bloed vraagt de motorrijder: "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?"

"Ja, dat heb ik. Ik heb 20 jaar een Honda gehad."

De motorrijder zegt: "Vertel me eens, waar zijn de remmen?"
 

Een man moet voor de rechtbank verschijnen, omdat hij een agent 'ezel' noemde.
Na een hele preek van de rechter vraagt de man: "Dus ik mag een agent geen 'ezel' noemen?"
"Nee dat mag niet" antwoordt die, waarna de man vraagt: "Maar mag ik een ezel dan 'agent' noemen?"
De rechter vindt dit maar een domme vraag en antwoordt: "Natuurlijk mag dat wel."
Wanneer de man de rechtbank uitstapt passeert hij de beledigde agent en zegt: "Dag agent."

een slang zegt tegen een andere slang: 'Zijn wij eigenlijk giftig?'
'Waarom vraag je dat?' vraagt de andere slang.
'Omdat ik op mijn tong heb gebeten!;

Jantje komt bij de dokter. Zijn moeder schreef een briefje waarop staat dat hij niet kan praten. De dokter leest het briefje en zegt Jantje: 'Jantje, leg je hand op de tafel.'
De dokter pakt een hamer en slaat op de hand van Jantje.
Jantje brult van de pijn:' AAAAA'
Waarop de dokter zegt: ' Goed zo Jantje, morgen leren we de B.'

Robs vader is erg boos over hdet slechte rapport van zijn zoon.

'Ik durf te wedden dat Arthur niet zulke slechte punten heeft als jij!' zegt vader.

'Ja maar, papa' zegt Rob. 'Arthur heeft dan ook slimme ouders.'

Hoe maak je een domkop nieuwsgierig?

Dat vertel ik je morgen wel.

Merel, Sarah, Silke en Paulien gaan een gezelschapsspel spelen.
Merel gooit de dobbelsteen naar het plafond.
'Waarom doe je dat, Merel?' vraagt Paulien.
'wie het hoogst gooit, mag beginnen', zegt Merel.

Komt een vis bij de dokter. Zegt de dokter: "Aha, ik zie het al... uit de kom".

Jantje speelt met zijn moeder ganzenbord. Jantje pakt de dobbelsteen en gooit hem keihard tegen het plafond.

Moeder zegt: "Maar waarom doe je dat?"

Zegt Jantje: "Wie het hoogst gooit mag beginnen!"

Een meisje zegt tegen een jongen: 'Wat heb jij mooie blauwe ogen!' Jongen: 'Ja, maar ik heb er wel voor moeten knokken!'