Er zit een meisje op straat te huilen. Er komt een man komt voorbij die bezorgd vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’
‘Ik ben mijn euro kwijtgeraakt,’ snikt het meisje.
‘Ach kind, wat naar,’ antwoordt de man. ‘Hier heb je er eentje van mij.’
Het meisje gaat nog harder huilen.
‘Waarom huil je nu?’ vraagt de man verbaasd.
Het meisje zegt: ‘Ik had beter kunnen zeggen dat ik vijf euro kwijt was!’
Fee en Job lopen op straat. 'Wat liggen daar voor kleine ronde balletjes', vraagt Job. 'Dat zijn snoepjes waar je slimmer van wordt', antwoordt Fee. Job eet er eentje op en spuugt alles meteen weer uit. 'Bah, dit zijn konijnenkeutels!' Zegt Fee: 'Zie je, je wordt nu al wat slimmer.'
Een vrouw loopt over de brug in het park. Daar hoort ze een man zingen: ‘34 tralalala!’ De vrouw snapt er niks van en loopt naar de meneer toe en vraagt: ‘Waarom zingt u 34 tralalala?’ Waarop de man antwoordt: ‘Kijk maar eens in het water.’ De mevrouw kijkt in het water en zegt: ‘Maar ik zie helemaal niets.’ ‘Buig maar eens naar voren,’ zegt de man, ‘dan ziet u het wel.’ De vrouw buigt voorover. Opeens duwt de man de vrouw van de brug, het water in. Hij begint weer te zingen: ‘35 tralalala!’
Er zitten 10 eieren in de koelkast. Opeens zegt de 1ste ei tegen de 2de:
"Kijk eens naar de laatste ei. Wat een smoel!"
De 2de ei:
"Bha! Je hebt gelijk!"
De 3de ei:
"Shit, man! Wa's da voor iets?!"
De 4de ei:
"Hij is gewoon ziek. Iets met hormonen, denk ik."
Hij draat zich om naar de 5de ei:
"Kijk, kijk... "
en zo gaat het verder.
De 8ste ei zegt tegen de 9de:
"Oh my god! Wat is er met je buur gebeurd?"
De 9de ei:
"Imbicilen! Idioten! Het is een kiwi!"
Twee zwervers zijn opgepakt en naar het politiebureau gebracht.
'Waar woon je?' vraagt een politieman aan een van de zwervers.
'Ik woon nergens, meneer de agent.'
'En jij?' vraagt de politienaam aan de tweede zwerver.
'Ik ben zijn buurman.'
Heel lang geleden was er nog geen elektriciteit en een vrouw moest bevallen. De dokter vroeg aan Jantje of hij de kaars wilde vasthouden juist voor de vagina.
Het kindje werd geboren maar het weende niet en de dokter sloeg lichtjes op het achterwerk van het pasgeboren kind, in de hoop dat hij zou schreien.
Jantje bekeek dat allemaal en zei tegen de dokter: "Sla maar hard,hij moest er maar niet ingekropen zijn!"
