Er zit een meisje op straat te huilen. Er komt een man komt voorbij die bezorgd vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’
‘Ik ben mijn euro kwijtgeraakt,’ snikt het meisje.
‘Ach kind, wat naar,’ antwoordt de man. ‘Hier heb je er eentje van mij.’
Het meisje gaat nog harder huilen.
‘Waarom huil je nu?’ vraagt de man verbaasd.
Het meisje zegt: ‘Ik had beter kunnen zeggen dat ik vijf euro kwijt was!’
Timo staat in de schoenenwinkel en vraagt aan de verkoper: 'Mevrouw, heeft u schoenen van het merk Reemok?' De verkoper zegt: ‘Nee, sorry, die hebben we niet.' De volgende dag komt Timo terug en vraagt weer: 'Heeft u nu Reemok?' Zegt de verkoper: 'Nee, sorry.' De dag daarna vraagt Timo weer: 'Heeft u nu misschien Reemok?' De verkoper zegt weer: ‘Nee, helaas.’ Zo gaat het een paar weken door, totdat de verkoper besluit om maar Reemok-schoenen te bestellen. De volgende dag komt Timo weer langs. Als hij aan de verkoper vraagt of ze ook Reemok heeft, zegt ze blij: ‘Ja, die heb ik!’ Waarop Timo zegt: ‘Lelijk, hè?’
Peter en Hans hebben in een cafetaria een hamburger besteld. Als de bestelling wordt gebracht, blijkt de ene hamburger veel groter te zijn dan de andere.
'Ga je gang', zegt Pieter tegen zijn vriend.
Deze aarzelt even en pakt dan de grootste hamburger.
'Mooie manieren heb jij!' zegt Peter boos. 'Het was niet meer dan fatsoenlijk geweest als jij de kleinste had genomen!'
Hans denkt even na en zegt dan: 'Welke zou jij genomen hebben?'
'Nou, de kleinste natuurlijk' zegt Peter.
'Wat zeur je dan? Die heb je nu toch.'
Simon en Thomas maken een wandeling in het bos.
Na een poos vraagt Simon aan Thomas: 'Mag ik ook eens in het midden lopen?'
'Jantje, wat weet jij van de oude Grieken?'
'Ze zijn allemaal dood, meneer.'
Een olifant trapt midden in een mierennest. Woedend klimmen honderden mieren op zijn rug. De olifant begint ze haastig van zich af te schudden, maar één mier weet zich vastte klampen. Dan roepen alle andere mieren op de grond: 'Wurg hem!'
