Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’
Jut is bij Jul.
Jul pakt een trommel met koekjes.
Hij zegt: ' Raad eens! Hoeveel koekjes zitten er in deze trommel? Als je het goed hebt mag je ze alle drie hebben ...
Jut:' Hoe kan ik dat nou weten?
Ik denk vijf!'
Opa gaat paardrijden en krijgt voor de eerste keer les.
De leraar zegt: 'Ga maar op het paard zitten.'
Opa gaat omgekeerd op het paard zitten.
'U zit er verkeerd op meneer.'
Zegt opa: 'Ik bepaal toch zelf welke kant ik op ga!'
Oscar schrijft een brief aan tante Doortje.
Lieve tante Doortje. Ik ben uw verjaardag echt niet vergeten. Ik wilde u eigenlijk een cadeautje sturen.
Ik was van plan zakdoeken voor u te kopen maar ik weet de maat van uw neus niet.
Twee pastoors zitten samen op een fiets. De een zit achterop de bagagedrager en de bestuurt de fiets, maar rijdt met losse handen.
Ze worden aangehouden door een agent.
"Dag eerwaarde," zegt de agent. "ik doe het niet graag, maar ik moet u bekeuren. U fietst met losse handen."
"Maar Zoon," zegt de pastoor, "ik hoef helemaal niet het stuur vast te houden, want God stuurt ons !"
Waarop de agent zegt: "Aha ! Dan moet ik u alsnog bekeuren. U mag helemaal niet met zijn drieen op een fiets !"
Twee kikkers zitten in de achtbaan. Zegt de ene kikker tegen de andere: 'Voel je je wel goed?' Zegt de andere kikker: 'Ja hoor, waarom vraag je dat?' 'Nou, je ziet een beetje groen!'
