Er werken een Belg en een Nederlander bij een fabriek. Ze zijn beiden schijtziek van hun werk.
Op een gegeven moment gaat de Nederlander naar de directeur, pist over hem heen, schijt over hem heen, slaat hem op z'n muil en zaagt het bureau doormidden en zegt:
"Zo, hier kom ik nooit weer''.
De volgende dag gaat die Belg naar de directeur en pist over hem heen, schijt over hem heen, slaat hem op z'n muil en zegt:
''Zo, ik werk voortaan alleen nog maar halve dagen''
Werk
Nog 5 willekeurige moppen
Mop
Waarom lacht Jantje drie keer met een mop?
De eerste keer om met iedereen mee te lachen,
de tweede keer als ze hem de mop uitleggen,
De derde keer als hij de mop begrijpt!
Twee kindjes in bed
Twee kindjes (een jongen en een meisje) liggen in hun bedje. Zegt het jongetje: "Ik ben een jongetje!"
Daarop reageert het meisje: "Hoe weet je dat?"
"Wel als onze mama's weg zijn zal ik je het laten zien." Als even later de moeders de slaapkamer hebben verlaten, vraagt het meisje: "Laat me nu eens zien waarom jij een jongetje bent?" "Natuurlijk!" En het jongetje trekt de dekentjes opzij.
"Kijk maar, blauwe sokjes!"
Een vrouw heeft lekkage in haar huis en belt de loodgieter.
Een vrouw heeft lekkage in haar huis en belt de loodgieter. Daarna moet ze weg om haar kind op te halen.
Voordat ze weggaat zegt ze tegen de loodgieter: 'De hond is groot en ziet er gevaarlijk uit, maar doet niks. Maar wat je ook doet, praat niet tegen de papegaai.'
De loodgieter zegt dat het goed is en de vrouw vertrekt. Hij begint aan zijn werk en de papegaai begint te praten: 'Hallo! Hallo! Hallo!'
De loodgieter vindt het best irritant, maar houdt zich in.
Dan zegt de papegaai: 'Je bent een grote idioot!' De loodgieter moet zich enorm beheersen, maar zegt weer niks.
Dan begint de vogel hem verschrikkelijk uit te schelden en dan roept de loodgieter: 'Hou nou toch je kop dicht! Jij stomme rotvogel!'
Dan is het even stil en zegt de papegaai: 'Pak hem, Spike...'
Weet u wel wie ik ben?"
Er is een test. De hoogleraar zegt dat iedereen 2 uur tijd heeft en dat hij daarna geen enkel blad meer aanneemt.
Nadat de tijd om is, geeft iedereen zijn blad af behalve een jongen die zoals een zot voortschrijft. Een half uur later wil hij zijn blad afgeven maar de hoogleraar aanvaardt het niet meer.
Dan vraagt de student:"Weet u wel wie ik ben?"
"Nee" knikt de hoogleraar.
"Dan is het goed" zegt de jongen en schuift zijn blad in het midden van de stapel.