Rara

Ik heb een hoed, maar geen hoofd. Wat ben ik?

Antwoord
Gemiddeld: 5.7 (3 stemmen)
Categorie

Nog 5 willekeurige moppen

Koelkast

Roosje, een zeer knap meisje, gaat voor het eerst naar haar nieuwe school en wordt door de juffrouw aan de klas voorgesteld. 'Kinderen, dit is Roosje en ze komt bij ons in de klas'. Na haar korte betoog vraagt juffrouw: 'Waar mag Roosje naast zitten?' Waarop een zeer lelijk jongetje zegt: 'Naast mij'. De juffrouw vind het goed en Roosje gaat naast de jongen zitten. De jongen vraagt aan Roosje: 'Waarom hebben jouw ouders jouw roosje genoemd?', waarop Roosje antwoord: 'Toen ik geboren werd viel er een rozenblaadje op mijn hoofdje.' Roosje aan de jongen: 'Hoe heet jij dan?' Waarop de jongen antwoord: 'Dan heet ik koelkast.'

Gemiddeld: 8.5 (2 stemmen)
Categorie

Een koning en een boer

Wat is het verschil tussen een koning en een boer?

Antwoord
Gemiddeld: 4 (4 stemmen)
Categorie

Telefoonnummer

Jantje belt Pietje en vraagt: 'Wat is je telefoonnummer?'

Gemiddeld: 3 (2 stemmen)
Categorie

Meester is jarig.

Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: "Raad eens hoe oud ik geworden ben." Zegt Jantje: 58. Mis. Zegt Marietje: 49. Ook mis. Zegt Pietje: 35. Weer mis. Komt Richie. "Meester, u bent 42 geworden." "Goed zo, m'n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?" "Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da's een halve idioot."

Gemiddeld: 7.2 (13 stemmen)
Categorie

Oen Jut

Jut gaat naar de winkel.

Ze wijst naar een plank.

Ik wil die teevee kopen.

De man van de winkel zegt:

'Ik verkoop niets aan een oen.'

Boos gaat Jut naar huis.

Ze zet een pruik op.

Dan gaat ze weer naar de winkel.

Weer wijst ze naar een plank.

'Ik wil die teevee kopen.'

De man van de winkel kijkt haar aan.

Hij zegt: 'Ik verkoop niets aan een oen.'

Kwaad gaat Jut naar huis.

Ze zet een pet op.

Ze plakt een snor boven haar lip.

Ze doet een net pak aan.

Zo gaat ze weer naar de winkel.

Zo gaat ze weer naar de winkel.

Ze wijst voor de derde keer naar de plank.

'Ik wil die teevee kopen.'

Zegt de man van de winkel:

'Ik verkoop niets aan een oen.

Jut ploft uit elkaar.

Zo boos is ze.

Ze roept: 'Hoe kunt u dat nu weten?

Hoe ziet u dat?

Dat ik een oen ben?'

'Nou,' zegt de man.

Hij wijst naar de plank.

Dat is geen teevee.

Dat is een oven.'

Gemiddeld: 8 (7 stemmen)
Categorie