Jantje, Daantje en Lukje zijn op school.
De meester vraagt: 'Hoeveel is drie maal drie?'
Daantje antwoordt;' 14.589.'
'Fout', zegt de meester.
Luukje probeert ook eens: 'Vrijdag.'
Dan probeert Jantje: 'Negen.'
'Juist!' zegt de meester. 'En hoe ben je op dat getal gekomen?'
'Heel simpel', zegt Jantje, ' Ik heb 14.589 gedeeld door vrijdag!'