De ene man vraagt aan de andere: 'Waar ga jij naartoe?'
N-n-n-naar de sch-sch-school', stottert de andere.
'De sch-scho-o-ol voor st-st-stotteraars!'
'Waarom, dat kun je toch al!'
De ene man vraagt aan de andere: 'Waar ga jij naartoe?'
N-n-n-naar de sch-sch-school', stottert de andere.
'De sch-scho-o-ol voor st-st-stotteraars!'
'Waarom, dat kun je toch al!'
'Wat doe je Isabel?'
'Ik schrijf een brief aan oma.'
'Waarom schrijf je zo traag?'
'Omdat oma niet zo snel kan lezen.'
Een ui en een rode kool liggen naast elkaar op het aanrecht. De rode kool klaagt steen en been: "Ik heb een afschuwelijk leven! Eerst word ik levend gekookt en dan nog opgegeten ook!"
Sussend zegt de ui: "Wat klaag jij nou? Neem mij. "Ik word levend gevild, in stukken gesneden en dan staan die huichelaars er nog bij te janken ook!"
Jantje: "Meester, zou het een beledeging zijn mocht ik u een ezel noemen?"
Meester: "Dat is zeer zeker een beledeging!"
Jantje: "Maar wat als ik 'Meneer' zeg tegen een ezel?"
Meester: "Dat is geen belediging."
Jantje: "OK, 'Meneer'!"
Moeder: 'Pietje, heb jij onze papegaai al die lelijke en vuile woorden geleerd?'
Pietje: ' Juist niet! Ik heb hem alleen verteld welke woorden hij zeker niet mag zeggen!'