Een dronkaard wankelt naar huis. Hij komt bij een mooie nieuw geasfalteerde weg, die door de regen blinkt als een spiegeltje. “Bah, een kanaal, en ik heb geen zwembroek bij me. Nou ja, er kijkt niemand”. Hij kleedt zich uit, neemt een aanloop, duikt en … klapt op het asfalt. “Verdraaid,” mompelt hij, “nu heeft het nog gevroren ook”.
Moeder vertelt Johny dat hij volgende week waarschijnlijk de geboorte van een kalf zal meemaken.
"Eerst komen de achterpoten, dan de kop, dan de schouders, vervolgens het lijf en ten slotte de achterpoten", legt moder alvast uit.
Vraagt Johny: "En wie zet het dan in elkaar?"
Jantje komt zuchtend thuis van school.
"Bah! deze week hebben we drie uur Franse les gehad!"
"Ach jongen," zegt mama, "Denk dan eens aan die zielige kinderen in Franrkijk. Die moeten hele dagen Frans praten!"
Zegt de meestertegen de klas: Wie zichzelf dom vindt, moet gaan staan.'
De hele klas blijft zitten behalve Wout.
'Dus jijvindt jezelf dom?'
'Nee, meester, maar ik vind het sneu dat u als enige staat!'
Een cowboy komt de saloon binnen, slaat enkele borrels achterover, maar als hij vertrekt, stelt hij vast dat zijn paard is gestolen.
Woedend roept de cowboy: 'Als ik niet snel mijn paard terug heb, zal hier hetzelfde gebeuren als in 1980!'
Het wordt ijzig stilin de saloon. Dan vraagt iemand: 'En wat is der in 1980 gebeurd?'
'Toen ben ik lopend naar huis gegaan!'
