Jantje vraagt 5 euro aan zijn vader, maar zijn vader geeft hem niets.
'Vader', zegt Jantje, 'als je mij vijf euro geeft, dan vertel ik wat mama vandemorgen bij de bakker zei.'
Vader pakt zijn portemonnee en geeft Jantje vijf euro.
'Wat zei mama dan tegen de bakker?' vraagt vader.
'Twee witte broden en een rozijnenbrood', antwoordt Jantje.