Poepjes

Een meisje schrijft vanuit een vakantiekamp in een brief naar haar moeder:

'Alles gaat goed. Maar omdat je vergeten bent mijn naam in mijn kleren te naaien, noemt iedereen me nu "Zuiver katoen"!'

Erik rijdt met hoge snelheid met zijn fiets door deen plas olie, glijdt uit en belandt met zijn hoofd in de struiken.

Een oude dame komt langs en vraagt: 'Ben je gevallen?'

'Nee,' zegt Erik, 'zo stap ik altijd af.'

Een domkop gaat met een vriend naar de bioscoop. Hij gaat voor de tiende keer een kaartje kopen.

Zegr de verkoopster: Je hebt vandaag al negen kaartjes gekocht.'

Domkop: ' Dat is waar mevrouw. Maar bij de ingang van de bioscoop scheuren ze onze kaartjes steeds kapot.'

De kleuterjuf vraagt of iemand al tot tien kan tellen? Een paar kunnen dat al.

'En is er ook iemand die verder kan tellen dan tot tien?' vraagt ze.

'Ja, ik', zegt Arno. 'Na de tien komt boer, vrouw, hdeer en aas.'

Jan staat op de bus te wachten.

Zegt de buschauffeur: "He zeg, ga daar onmiddelijk af."