Tanden
'Hoe heten de laatste tanden die een mens krijgt? vraagt de onderwijzer'
'Valse tanden, meneer' zegt Jantje.
'Hoe heten de laatste tanden die een mens krijgt? vraagt de onderwijzer'
'Valse tanden, meneer' zegt Jantje.
Een groep vrienden gaat een dagje vissen op de Noordzee. De vissen willen nog niet zo erg bijten maar dat hindert niet. Zoals dat zo hoort wordt er flink gedronken en al gauw maakt de zeedeining en het drankgebruik zijn eerste slachtoffer: één van de mannen wordt zo misselijk als een hond en kotst naar hartenlust over de railing zijn maaginhoud de zee in.
Eenmaal zijn maag geleegd merkt hij tot zijn grote schrik dat hij in zijn nood ook zijn kunstgebit heeft uitgekotst, de zee in. Mopperend trekt hij zich terug de kombuis in om zich nog een borrel in te schenken- voor de schrik.
Zijn makkers besluiten hem een poets te bakken. Één van hen draagt ook een kunstgebit. Hij doet zijn gebit uit en knoopt dat aan zijn vislijn.
Ze roepen de ongelukkige terug uit de kombuis en tonen hem de wonderlijke vangst die hun ten deel is gevallen. De man is dolgelukkig met het worderlijke toeval. Hij maakt onmiddelijk het gebit los van de haak en stopt het weer in zijn mond terug.
Meteen daarna haalt hij het weer uit zijn mond. Hij roept: "Godverdomme! Vang ik óók nog het verkeerde gebit!" en gooit het gebit met een grote boog terug in de golven...
Meteen haalt hij het ding er weer uit. Woedend