Pastoor en koster
Meneer pastoor moet een paar dagen weg en hij draagt de koster op om zolang zijn werk waar te nemen. "Tja," zegt de koster, "maar da's toch wel moeilijk werk, meneer pastoor. Als er mensen komen biechten, weet ik niet wat voor boete ik ze moet opleggen." "Och, da's niet zo moeilijk, daar is gewoon een lijstje voor," zegt meneer pastoor en laat het zien: "Kijk maar: vloeken, drie Onze Vaders, liegen, vier Weesgegroetjes... Hier heb je het lijstje." Meneer pastoor is nog niet weg, of er komt een boer biechten. De boer biecht op: "Ik heb mezelf afgetrokken." De koster kijkt op het lijstje, maar aftrekken staat er niet op. Snel verlaat de koster de biechtstoel en belt een collega in een andere parochie op. "Wat geeft meneer pastoor voor aftrekken?" vraagt de koster. "Och," zegt de collega, "meestal een euro of een ijsje."