Twee meisjes in de bioscoop

Jantje wandelt op straat. Hij heeft een halsband bij waaraan een coservenblikje bengelt.
De buurman speelt het spelletje mee en zegt: ' Dag Jantje, laat je je hondje uit?'
Jantje antwoordt verontwaardigd: 'Mijn hondje? Zie je niet dat dit een conservenblik is?'
De buurman wandelt geërgerd verder.
Jantje tegen zijn conservenblik: ' Ha ha, Fifi, die is er mooi ingetrapt, nietwaar?'

Boer: "Wat doe jij in mijn appelboom?" Jongen: "Er waren een paar appels uit gevallen en die probeer ik weer even vast te maken met een nietje."

Een kunstschilder komt op een landweg een boerenkar tegen die getrokken wordt door een schimmel. Hij houdt de voerman staande en zegt: 'Wat hebt u een prachtig paard. Ik zou dat dolgraag eens willen schilderen.'

'Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt', antwoordt de boer: 'Mijn paard is wit en blijft wit.'

Jantje is door het dolle heen wanneer hij in een halfuur tijd zijn puzzel klaar heeft.
'Waarom ben je zo blij?' vragt papa.
Jantje; ' Op de doos staat drie tot vijf jaar, papa!'

Twee bevriende visjes in de oceaan achtervolgen een oester. Opeens ziet een van de twee vriendjes verderop een zeester. 

'Wegwezen!' roept hij naar zijn vriend, 'daar is de sherrif!'