Poesje

Een vrouw loopt over de brug in het park. Daar hoort ze een man zingen: ‘34 tralalala!’ De vrouw snapt er niks van en loopt naar de meneer toe en vraagt: ‘Waarom zingt u 34 tralalala?’ Waarop de man antwoordt: ‘Kijk maar eens in het water.’ De mevrouw kijkt in het water en zegt: ‘Maar ik zie helemaal niets.’ ‘Buig maar eens naar voren,’ zegt de man, ‘dan ziet u het wel.’ De vrouw buigt voorover. Opeens duwt de man de vrouw van de brug, het water in. Hij begint weer te zingen: ‘35 tralalala!’

De juf vraagt aan haar leerlingen wat voor weer het vandaag is.
Jantje zegt: 'Dat is een moeilijke vraag, juf. Het is te mistig om het te kunnen zien!'

Twee apen zitten in een kooi in de dierentuin. Zegt de ene aap tegen de andere: 'Zielig hè, al die mensen achter de tralies!'

Moeder vraagt aan jantje om zijn handen te wassen voor het ontbijt. Zegt jantje:'niet nodig mama! We eten toch altijd bruin brood!'

Jantje is met zijn moeder naar de tandarts geweest.
Vader vraagt: ' En deed het pijn, Jantje?'
'Jazeker!' antwoordt Jantje.
'Toen ik in de vinger van de tandarts beet, sprong hij gillend de lucht in!'