Moppen voor kinderen

Er zit een muis in de bioscoop. Op een bepaald moment komt er een giraffe voor hem zitten.

De muis gaat op de rij voor de giraffe zitten en zegt boos: 'Zo, nu weet je hoe het voelt als iemand voor je komt zitten!'

Waar eet Jabba the Hutt?

Peter: ' Ik ga trouwen, pa.'

Pa: 'Met wie dan wel, jongen?'

Peter: 'Met oma.'

Pa: Dat kan toch niet!'

Peter; 'Waarom niet?'

Pa: 'Omdat oma mijn moeder is.'

Peter: En? Jij bent toch ook met mijn moeder getrouwd?'

'U vertelde zojuist dat u de enige bent die de schipbreuk heeft overleefd. Hoe werd u gered?'
'O, dat is heel eenvoudig, ik miste de boot!'

Er staat een oen voor het stoplicht. Het licht staat op rood. De oen zegt; ‘Ah, wat een mooie kleur!’ Het licht springt op oranje. Weer is de oen onder de indruk van de kleur. Als het licht daarna groen wordt, kijkt hij met open mond toe. Dan springt het licht weer op rood. ‘Hé, die heb ik al gezien’, zegt hij. En hij rijdt weg.

Tijdens de taalleszegt de meester tegen Ludo: 'Maak eens een zinnetje waarin twee soorten boopvruchten voorkomen.'

Ludo denkt even na, en komt dan met het volgende voorbeeld: 'Gisteren kreeg mijn vader bijna een peer tegen zijn appel!'

Jantje zit op school en vraagt aan de juf of hij even naar de w.c. mag. "Ja hoor." antwoordt de juf. Als Jantje op de w.c. aankomt ziet hij dat het w.c. papier op is. Jantje naar de juf: "Juf, er is geen papier om m'n gat af te vegen." "Maar Jantje, je mag toch geen gat zeggen, je moet bips zeggen." Jantje gaat weer terug naar de w.c. met een rol papier, ziet hij ineens dat er een gat in de ruit zit.
Jantje weer naar de juf: "Juf, er zit een bips in de ruit."

Moeder: "Hoe durf je tegen tante Ina te zeggen dat ze dom is? Zeg onmiddellijk dat het je spijt!"

Zoé: "Tante, het spijt me verschrikkelijk dat u zo dom bent."

Drie generaals zitten op te scheppen. 'Onze onderzeeër kan wel tien dagen onder water blijven', zegt de eerste. De tweede zegt: 'Ha! Onze onderzeeër kan wel twintig dagen onder water blijven.' De derde generaal denkt even na en zegt dan: 'Dat is nog niks! Als wij een onderzeeër onder water sturen, dan komt hij nooit meer boven!'

Er lopen twee stoelen op straat.

Zegt de ene tegen de andere: 'Zullen we even gaan zitten? Ik ben moe!'