Een brunette, een rosse en een blondje zijn aan het rondtrekken door het platteland.
In de verte zien ze een boerderijtje en een reusachtige hooizolder.
"Een goeie plaats om te overnachten" zegt de brunette.
De nacht valt en de drie meisjes maken een beetje teveel kabaal en zien het licht in de boerderij aangaan.
Alle in paniek proberen ze zich te verstoppen en zien in een hoekje drie lege zakken liggen.
Boer Marcel komt half wakker aangestrompeld in de hooizolder aan, en ziet dat alles overhoop ligt en drie grote aardappelzakken verspreid liggen tussen het hooi.
Stapt hij naar de kortstbijzijnde zak en geeft er een stamp tegen.
De brunette (in de zak) weet niet wat doen en begint te blaffen, "woef woef woef".
Boer Marcel springt achteruit en zegt:" Oh sorry, rex mijn lieve hond", en wandelt door naar de tweede zak.
Aangekomen geeft ie een por met zijn riek en de rosse (in de zak: Miauw miauw miauw
Boer Marcel: "Oh sorry, felix."
Dan kijkt ie naar de laatste zak (diegene met het blondje) en stapt er voorzichtig naartoe en geeft het een kleine por.
Het blondje houdt zich stil en kreunt: "patat, patat, patat"