Ezel
De meester heeft een raadsletje voor de kinderen van de klas: 'Een ezel staat op 20 meter afstand van de hooiberg. Hij zit vast aan een touw van 10 meter lengte. Hoe kan die ezel toch bij de hooiberg komen?'
Jantje steekt zijn vinger op en zegt; 'Hij loopt naar de hooiberg en begint van het hooi te eten.'
'Dat denk jij,' zegt de meester, 'maar ik zei toch dat hij vastzat aan een touw van 10 meter.'
'Ja, dat heb ik wel gehoord, maar heeft niet gezegd dat het touw ergens aan vastzat.'