Naar het bos
Jantjre gaat met oma naar het bos.
Oma: 'Zie je het bos al?'
Jantje: 'Nee, want al die bomen staan ervoor!'
Jantjre gaat met oma naar het bos.
Oma: 'Zie je het bos al?'
Jantje: 'Nee, want al die bomen staan ervoor!'
Jantje wandelt op straat. Hij heeft een halsband bij waaraan een coservenblikje bengelt.
De buurman speelt het spelletje mee en zegt: ' Dag Jantje, laat je je hondje uit?'
Jantje antwoordt verontwaardigd: 'Mijn hondje? Zie je niet dat dit een conservenblik is?'
De buurman wandelt geërgerd verder.
Jantje tegen zijn conservenblik: ' Ha ha, Fifi, die is er mooi ingetrapt, nietwaar?'
Sander maakt elke dan een wandelingetje met zijn nieuwe hondje. Op een dag zegt een mijnheer tegen hem: ' Wat een mooie hond is dat. Heeft hij ook een standboom?'
'Nee', antwoordt Sander, 'hij plast tegen alle bomen.'
Simon en Thomas maken een wandeling in het bos.
Na een poos vraagt Simon aan Thomas: 'Mag ik ook eens in het midden lopen?'