Wandelen met de hond

Daantje:' He bent gisteren niet met me komen spelen, Jantje'
Jantje: ' Nee, ik was zo ziek als een hond, maar ik had wel honger als een paard.'
Daantje: ' En was je vandaag ook niet op school?'
Jantje: ' Nee, ik had ineens een kikker in mijn keel.'
Dqaantje: '' Nou, dan denk ik toch dat je eens voor een advies naar een dierenarts moet. Dan voel je je snel weer zo gezond als een vis!'

Twee leugenaars komen elkaar tegen in het park.

'Gisteren kwam ik op het platteland en ik zag daar een reusachtige pompoen', vertelt de ene leugenaar tegen de andere. 'Hij was nog groter dan een vrachtwagen!'

'En ik heb een smid gezien die een ketel maakte die wel groter was dan de kerk!' vertelt de andere.

'O ja? En waarvoor moet zo'n grote ketel dan wel niet dienen?'

'Om jouw pompoen te koken, natuurlijk!'

Wouter en Kris zitten tegen elkaar op te scheppen.
'Ken jij de Alpen? Die heeft mijn vader gebouwd.'
'O ja. En ken jij de Dode Zee? Die heeft mijn vader doodgeslagen.'

De klas maakt een dictee. Als de lerares de werkstukken verbetert, ziet ze dat Tina en haar buurmeisje exact dezelfde fouten hebben gemaakt.
'Hoe komt dat, meisjes?' vraagt ze streng.
'Dat is heel simpel, juf' zegt Tina. 'We hebben allebei dezelfde onderwijzeres!.

Een gezin zit op het dak te wachten tot er hulp komt. De moeder zegt: "Zie je? Daar in het water drijft de hele tijd een hoed op en neer."
Het kleinste jongentje zegt: "Ow, dat is opa. Gisteren zei hij tegen mij: "Weer of geen weer, morgen ga ik het gras maaien!""