Beste moppen

Een vrouw gaat naar de winkel, ze maakt een praatje met de winkelier.
De winkelier vraagt: Hoeveel kinderen heb je en hoe noemen ze?
Vrouw: 12: Jan, jan, jan, jan, jan, jan, jan, jan, jan, jan, jan en jan.
Winkelier: Hoezo? Dat is toch niet praktisch?
Vrouw: Oh Jawel, als ze moeten komen eten roep ik gewoon Jan!
Winkelier: En als je er maar een nodig hebt?
Vrouw: Wel dan roep ik de familienaam!

Meneer en mevrouw Peeters liggen lekker te slapen als er plotseling een insluiper in hun kamer staat. De kerel zet een mes tegen mevrouw Peeters haar keel en fluistert met een hese stem in haar oor: "Ik wil altijd eerst de namen van mijn slachtoffers weten voordat ik ze vermoord .." Mevrouw Peeters antwoordt met een trillerige stem: "Mmm .. mijn naam is Eli .. Elisabeth" De insluiper laat haar meteen los en zegt: "U doet me denken aan mijn moeder die ook Elisabeth heette, dus kan ik u niet vermoorden".

Na deze woorden wendt hij zich naar meneer Peeters en vraagt: "Wat is jouw naam?" Meneer Peeters antwoordt zonder een spier te vertrekken: "Mijn naam in Gaston .. maar mijn vrienden noemen mij Elisabeth!"

Vier studenten aan de T.U. Delft arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijke examen.

De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen.
De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad.

In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde
tijdstip.

Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten couvert lag met de examenvragen.

Het gevreesde examen bestond uit slecht één vraag: "Welke band was lek?"

Twee visjes in de Atlantische oceaan achtervolgen een oester.
Opeens ziet èèn van de visjes in de verte een zeester.
"Wegwezen!"roept hij naar zijn makker
"Daar is de sheriff!"

Een pastoor woont in de pastorie in een klein dorpje en recht over het huis van de pastoor staat er een woning waarin een beeldschoon meisje woont dat telkens voor het open raam haar kleren aan- en uitdoet.

Dat begint natuurlijk op het gemoed te werken van de pastoor en aangezien zijn meid regelmatig op bezoek gaat bij die beeldschone buurvrouw, geeft hij zijn meid een briefje mee waarop staat geschreven:

"Wees een dame en sluit uw ramen"

Na een uurtje komt zijn meid terug bij hem en zij heeft ook een briefje mee van de beeldschone vrouw waarop staat geschreven:

"Wees een heer en kom een keer"

Midden in de nacht krijgt Tommie ineens zo'n tandpijn, dat ze de tandarts moeten bellen.Die vraagt hem of zijn ouders ook s'nachts soms zo'n tandpijn krijgen, want het zou een erfelijke ziekte kunnen zijn.

Tommie antwoordt:"Nee ik denk het niet, want volgens mij slapen ze niet in dezelfde kamer als hun tanden!"

Komen twee kippen elkaar tegen, zegt de ene kip tok. Zegt de andere: “Are you tokking to me?

Twee Schotten verlaten hun stamkroeg na een stevige borrel. Terwijl ze over straat zwalken, roept de ene: "Wat gek zeg, ik zie alles dubbel!" Waarop de andere Schot zijn portemonee te voorschijn haalt en zijn vriend een bankbiljet van een pond geeft, met de woorden: "Hier heb je die twee pond terug die ik van je heb geleend."

Een man gaat naar de dokter en zegt: “Ik kan ‘s avonds niet goed slapen ik heb allemaal rare dromen.” Dokter: “Wat droomt u dan allemaal?” “Ik zie allemaal schapen die aan het voetballen zijn.” “Oke” zegt de dokter, “ik geef u pillen en die moet u van af vandaag slikken.” “Kan ik die pillen ook niet van af morgen gebruiken?” vraagt de man. “Waarom?” zegt de de dokter verbaasd. “Het is namelijk zo,” zegt de man, “vandaag spelen ze de finale.”

Grootvader en Piet lopen langs de zee. Opeens ziet Piet een boot en vraagt: "Opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een boot."

Piet: "En hoe schijf je dat opa?"

"Dat schrijf je b-o-o-t."

Even later vraagt Piet: "Opa, opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een zeilboot."

Piet: "En hoe schijf je dat opa?"

"Dat schrijf je z-e-i-l-b-o-o-t."

Even later vraagt Piet: "Opa, opa, wat is dat?"

"Wel jongen, dat is een hovercraft."

Dus vraagt Piet weer: "En hoe schijf je dat opa?"

"Ehh... Oh nee, het is toch maar gewoon een boot."