Jantje speelt een kaartspel met zijn vader. Opeens ziet vader dat Jantje spiekt.
"Hé, weet je wat er met valsspelers gebeurt?" zegt vader.
"Ja papa, die winnen," zegt Jantje.
Jantje speelt een kaartspel met zijn vader. Opeens ziet vader dat Jantje spiekt.
"Hé, weet je wat er met valsspelers gebeurt?" zegt vader.
"Ja papa, die winnen," zegt Jantje.
Wat krijg je als een olifant en een mol een kindje krijgen?
Twee mannen gaan zwemmen, midden in de winter. Eenmaal bij een buitenbad aangekomen gaat de een al op de duikplank staan terwijl de ander gaat kijken. Zegt de man die staat te kijken: ‘Niet duiken, er is geen water!' ‘Nou en,’ zegt de ander, ‘ik kan toch niet zwemmen!’
Een man komt voor de achtste keer een bioscoopkaartje kopen. ‘Bent u hier nu alweer?' vraagt de kaartjesverkoper. ‘Klopt,’ zegt de man, ‘maar bij de ingang verscheuren ze steeds mijn kaartje!’
Een drol en een appel liggen op straat. Ineens wordt de appel opgepakt en opgegeten. De drol zegt tegen de appel: 'Tot straks!'
Jantje wil een beeld maken.
Hij gaat naar school.
'Ik wil een beeld maken,' zegt Jantje
'Van een aap.
Maar hoe doe ik dat?'
De juf geeft Jantje een stuk steen.
En een hamer.
'Het is heel simpel,' zegt de juf.
'Je hakt gewoon alles weg wat niet op een aap lijkt.'