brandweerman

Een brandweerman is aan de wagen aan het werken als hij een klein meisje opmerkt voor het huis ernaast. Het meisje zit in een rood autootje met een laddertje op het dak. Ze draagt een helm en heeft een hond aan de auto gebonden.

De brandweerman gaat het eens van korterbij bekijken. "Hallo, wat ben je aan het doen?"

Zegt het meisje: "ik ben brandweer aan het spelen en dit is mijn bluswagen."

Hij bekiijkt de wagen eens goed en zegt: "wow, dat is wel een mooie brandweerwagen."

"Dank U"

Dan ziet hij dat de hond aan de wagen is vastgebonden bij z'n ballen. "Meisje," zegt hij, "ik wil mij niet bemoeien, maar je zal veel sneller bij de brand zijn als je de koord rond je hond zijn nek bindt"

"Dat zal waarschijnlijk wel zo zijn, maar dan heb ik wel geen sirene!"

Wat is nooit grappig?

Op een dag komt een brandweerman thuis van zijn werk en zegt tegen zijn vrouw: "We hebben een nieuw oproepsysteem bij de brandweer:
Bel 1 gaat en we springen in onze kleren.
Bel 2 gaat en wij glijden naar beneden.
Bel 3 gaat en we wippen in de wagens, gereed om uit te rukken.
Als ik vanaf nu roep 'Bel 1', wil ik dat ge uw kleren uittrekt, als ik roep 'Bel 2', spring je in bed en als ik 'Bel 3' roep, vrijen we de ganse nacht."

De volgende nacht als hij thuiskwam riep hij 'Bel 1' en zijn vrouw trok prompt haar kleren uit. Dan 'Bel 2' en de vrouw wipte in bed.
Dan 'Bel 3' en de vrijpartij startte.

Na enkele minuten riep de vrouw: "Bel 4".

Hij vroeg totaal verrast: "Wat is Bel 4?"

"Rol meer slang uit," antwoordde zij, "ge komt bijlange nog niet tot aan het vuur."

Er is brand in een huis. De brandweer komt eraan en probeert een oud vrouwtje te redden. Een brandweerman gaat de ladder op en zoekt naar de oude mevrouw. Uiteindelijk kan hij haar vinden en loopt met de vrouw naar de ladder. “Even op uw tanden bijten oma, dit is zo voorbij”, zegt hij. “Oh nee,” antwoordt de oude dame, “dan moeten we weer naar boven, want mijn gebit ligt nog in de badkamer.”

De paus loopt in de tuinen van het Vaticaan en valt in het drijfzand. Hij zakt er tot zijn middel in. Toevallig ziet een brandweerman op de fiets het en biedt de paus hulp aan. "Nee", zegt de paus, "De heer zal mij redden!"
's Middags als de brandweerman terug rijdt naar huis, ziet hij dat de paus is weggezakt tot zijn borst. Weer biedt hij de paus hulp aan. "Nee", zegt de paus, "De heer zal mij redden!" Als de brandweerman 's avonds gegeten heeft zit 't 'm toch niet lekker en gaat nog even bij de paus kijken. Deze staat het water nu echt aan de lippen. "Hier heb je een touw, pak aan man, want je verzuipt!" zegt de brandweerman, maar de paus blijft stoïcijns en zegt: "Nee, de heer zal mij redden!" Hij heeft dit nauwelijks gezegd of hij is al verzopen.
Als de paus bij de hemelpoort komt maakt hij een hoop stampij. Hij is toch zijn hele leven vroom geweest, waarom heeft de heer hem dan niet geholpen. "Nou nou", zegt Petrus, niet zo heet gebakerd, we hebben godbetert tot 3 KEER toe een brandweerman gestuurd!"