De ene bedrijfseigenaar vraagt aan de andere: "Vertel me eens, Bill, hoe komt het dat je werknemers 's ochtends altijd op tijd zijn?"
Bill antwoordt: “Makkelijk. 30 medewerkers en maar 20 parkeerplaatsen.”
De ene bedrijfseigenaar vraagt aan de andere: "Vertel me eens, Bill, hoe komt het dat je werknemers 's ochtends altijd op tijd zijn?"
Bill antwoordt: “Makkelijk. 30 medewerkers en maar 20 parkeerplaatsen.”
Hoe heet het apparaat waarmee men naar de sterren kan kijken?' vraagt de onderwijzer aan Karel.
'Een telescoop meneer', antwoordt Karel.
'En hoe noemt men een apparaat waarmee men zeer kleine dingen kan zien?'
'Een microscoop', antwoordt Karel correct.
'En hoe heet het apparaat waarmee men vanuit een duikboot boven water kan kijken?'
'Een periscoop', zegt Karel.
En waarmee kan men door een muur kijken?'
Karel blijft het antwoord schuldig.
'Een raam, beste jongen, een raam!'
Erik komt vol trots op school en vertelt zijn vrienden dat zijn hond kan liegen.
'Wat een onzin!' zeggen zijn vrienden in koor.
'Echt waar! Als ik hem vraag "Wat doet de poes?" antwoordt hij "Woef, woef!"
'Dus, hij kan liegen.'
Hoe vang je het best een nijlpaard?
Een dame zegt tegen haar dienstmeisje:
'Er zit een worm in de sla. Heb je hem niet gewassen?'
'Ik wist niet dat wormen ook moesten gewassen worden?'
Twee idioten treffen op straat een bruine hoop aan. "Wat zou dat nou toch wezen?" vraagt de eerste. De tweede antwoordt: "Het zou stront kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker."
Zegt de eerste: "Laten we dat onderzoeken." Hij bukt, steekt een vinger in de hoop en proeft. "Ja hoor," zegt hij. "Het is stront." Zegt de tweede: "Gelukkig dan maar dat we er niet in trapten!"