Jantje gaat met zijn klas op bezoek naar een boerderij.
'Kijk juf, daar is een varken!' zegt Jantje.
'Ja, Jantje, ik heb het gezien', Antwoordt de juf.
'Kijk juf, daar is een paard!' zegt Jantje.
'Ja Jantje, ik heb het gezien!'
'Kijk juf, daar is ...'
'Ja Jantje, ik heb het gezien!' zet de juf geërgerd.
Jantje: 'Waarom trap je er dan middenin?'
Jantje komt thuis en zegt tegen zijn vader: 'Pa, later wil ik rijk worden. Dan wil ik een groot huis zonder badkamer en elf bedienden en veel eten natuurlijk.'
'Geen badkamer?', vraagt vader.
'Klopt, want ik wil stinkend rijk worden.'
Peter wil graag helikopter-piloot worden. Wanneer zijn eerste helikopterles begint vraagt zijn leraar: 'Wat zijn die dingen die boven ons draaien?' Peter denkt eens na en antwoordt: 'Dat is de ventilator.' 'Nee, dat heb je fout', antwoordt de leraar. Waarop Peter zegt: 'Nou ik wed dat als ik ze uitzet, u het heel warm zult krijgen!'
Jantje zit in de klas en opeens begint hij keihard te lachen. De juf vraagt: ‘Waarom lach je zo hard?' Dan zegt Jantje: ‘Ik zat moppen aan mijzelf te vertellen en de laatste kende ik nog niet!’
De onderwijzeres probeert de leerlingen de begrippen tegenwoordige, toekomstige en verleden tijd uit te leggen.
Ze geeft een voorbeeld: ' Als ik zeg: "Ik ben mooi geweest", dan is dat verleden tijd. Maar wanneer ik zeg "Ik ben mooi", wat is dat dan?'
'Een grote leugen', antwoordt een jongetje spontaan.
