Het zoontje van heel rijke ouders gaat voor het eerst naar school. Zijn moeder drukt hem op het hart om niet te vertellen hoe rijk ze zijn. Als het jongetje zich op school moet voorstellen zegt hij: "Wij zijn thuis héél arm: de butler is arm, de kok is arm, de bewakers zijn arm en zelfs de schoonmaaksters zijn heel erg arm!"
Een man die de staatsloterij heeft gewonnen, wil een kasteel kopen. Hij vraagt aan de kasteelheer: "Ik heb gehoord dat hier spookt, is dat zo?"
Waarop de kasteelheer zegt: "Wat een onzin, als dat zo is dan zou ik dat moeten weten, ik woon hier tenslotte al meer dan 500 jaar."
Twee mannen plegen een bankoverval. Ze nemen al het geld dat er te vinden is mee. Thuisgekomen zegt de ene man: 'Gaan we dan nu ons geld tellen?'
Waarop zijn luie collega antwoordt: 'Nee, we lezen morgen wel in de krant hoeveel het was.'
Wat zei de kalkoen tegen de haan wanneer hij hem uitdaagde voor een gevecht?
Een dronkaard wankelt naar huis. Hij komt bij een mooie nieuw geasfalteerde weg, die door de regen blinkt als een spiegeltje. “Bah, een kanaal, en ik heb geen zwembroek bij me. Nou ja, er kijkt niemand”. Hij kleedt zich uit, neemt een aanloop, duikt en … klapt op het asfalt. “Verdraaid,” mompelt hij, “nu heeft het nog gevroren ook”.
