Jantje zit in de stoel bij de tandarts.
'Au!' roept hij luid.'Maar dat kan helemaal geen pijn doen, Jantje,' zegt de tandarts. 'Ik raakte je tand niet eens aan!'
'Mijn tand niet', zegt Jantje. 'U stond op mijn teen!'
Jantje zit in de stoel bij de tandarts.
'Au!' roept hij luid.'Maar dat kan helemaal geen pijn doen, Jantje,' zegt de tandarts. 'Ik raakte je tand niet eens aan!'
'Mijn tand niet', zegt Jantje. 'U stond op mijn teen!'
De meester vraagt aan Koos of hij Amerika op de kaart kan aanduiden.
Koos komt naar voor en wijst Amerika aan. Dan vraagt de meester aan Jantje: "Wie heeft Amerika ontdekt?"
Dus antwoordt Jantje: "Koos, meester."
2 kamelen (vader en zoon) staan naast elkaar.
Zegt de zoon: 'Paaaa'
Vader: 'Ja zoon?'
Zoon: 'Waarom hebben wij zo van die lange poten?'
V: 'Wel zoon, dat is voor in de woestijn zodat we niet in het zand zouden zakken.'
Z: 'Ah ja.'
De zoon denkt nog eens na en na 10 minuten:
Z: 'Paaaaaaaaaa.'
V: 'Ja zoon?'
Z: 'Waarom hebben wij zo van die 2 bulten op onze rug?'
V: 'Wel zoon, dat is ook voor in de woestijn dat dient voor de mensen zodat die niet van onze rug zouden vallen.'
Z: 'Ah ja.'
Weer 10 minuten later:
Z: 'Paaaaaaa.'
V: 'Ja zoon?'
Z: 'Waarom hebben wij zo van die lange wimpers?'
V: 'Wel zoon, dat is ook al voor in de woestijn zodat wij geen zand in onze ogen zouden krijgen.'
Z: 'Ah ja.'
Na een half uur denken:
Z: 'Paaaaaaaa.'
V: 'Ja zoon?'
Z: 'Waarom is dat allemaal voor in de woestijn als wij hier toch maar in Planckendael staan?'
'Hou jij van giraffen?', vraagt een dierenverzorger aan Jantje in de dierentuin.
'Oh, ik lust alles!' zegt Jantje trots.