Moppen voor kinderen

Jantje komt bij een balletschool en ziet meisjes op hun tenen dansen. Vraagt Jantje: ‘Waarom dansen die meisjes op hun tenen? Hadden ze geen langere meisjes kunnen nemen?’

Na een hele dag in Afrika wil Billy een frisse duik nemen in de rivier.

'Zitten er hier haaien?' vraagt hij aan de gids.

'Nee hoor.' antwoordt de gids.

Billy springt in het water.

'Weet u het zeker?' vraagt hij voor de zekerheid.

'Ja ja! Er zijn hier alleen maar krokodillen.'

Hoe zorgt een gek ervoor dat de tijd vliegt?

Tom: 'Wat is dat voor een lawaai?'

Jan: 'Een auto die een zijstraat in wou.'

Tom: 'Maar dat maakt toch niet zo'n lawaai?'

Jan: 'Toch wel. Er was helemaal geen zijstraat.'

Jantje zit in de klas en zegt: "Broem broem broem broem".
De juf zegt: "Wil je daarmee ophouden?"
Waarop Jantje blijft doorgaan: "Broem broem broem broem".
De juf weer: "Jantje, laatste kans!"
Maar Jantje blijft doorgaan: "Broem broem broem broem".
Dus zegt de juf: "Ga jij maar even naar de directeur.'
"Dat gaat niet," zegt Jantje, "mijn benzine is op!"

Een jongen heeft een nieuwe motor gekocht. In de garage had hij nog een oud zijspan liggen en dat monteert hij aan zijn nieuwe motor. Aan een vriend vraagt hij of hij een stukje mee wil rijden. Eenmaal op de snelweg rijden ze tachtig en ziet hij zijn vriend helemaal rood worden. De jongen denkt: 'Hij vindt het vast leuk, laat ik maar iets harder rijden.' Als ie honderd rijdt ziet hij z'n vriend helemaal groen worden. 'Ha', denkt de jongen, 'hij vindt het ontzettend leuk' en trekt op naar 120 kilometer per uur. Zijn vriend begint paars te worden en de jongen denkt: 'Zo is het wel genoeg geweest,' en ze rijden weer naar huis. Thuis vraagt hij aan zijn vriend: 'En, hoe vond je het?' Zijn vriend antwoordt: 'Ik vond het ritje wel leuk, maar wil je de volgende keer een bodem in het zijspan zetten?'

Bart komt van thuis.
'En wat he je vandaag geleerd, Bart ?'
'We leerden springstof maken', is Barts antwoord.
'Zozo, en wat ga je doen op school morgen?'
'Welke school, moeder?'

Twee jongetjes komen bij de dokter op het spreekuur.

'Dokter,' zegt de een, 'ik heb een glazen knikker ingeslikt.'

'Zo, zo, en wat mankeert je vriendje?'

'De knikker is van hem.'

Wat valt er op de Noordpool maar raakt nooit gewond?